bibliografie
Nederlands
Woordafbreking
- bi·blio·gra·fie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘literatuurlijst, boekbeschrijving’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- met het voorvoegsel biblio- met het achtervoegsel -grafie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bibliografie | bibliografieën |
verkleinwoord | bibliografietje | bibliografietjes |
Zelfstandig naamwoord
bibliografie v
- een beschrijvende lijst van boeken, samengesteld volgens bepaalde criteria
- Jullie moeten allemaal een bibliografie maken.
- de leer van de uitwendige beschrijving van een boek
Gangbaarheid
- Het woord bibliografie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bibliografie' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Tsjechisch
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bibliografie | bibliografie |
genitief | bibliografie | bibliografií |
datief | bibliografii | bibliografiím |
accusatief | bibliografii | bibliografie |
vocatief | bibliografie | bibliografie |
locatief | bibliografii | bibliografiích |
instrumentalis | bibliografií | bibliografiemi |
Verwante begrippen
- bibliograf m bezield
- bibliograficky (bw.)
- bibliografický
- bibliografka v
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.