bevolking
Nederlands
Woordafbreking
- be·vol·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevolking | bevolkingen |
verkleinwoord | bevolkinkje | bevolkinkjes |
Zelfstandig naamwoord
bevolking v
- (demografie) alle inwoners van een bepaald land, staat of gebied
- De Nederlandse bevolking bestaat uit mensen met verschillende nationaliteiten.
- De bevolking van Nederland groeit nog steeds.
Synoniemen
- [1] populatie
Hyponiemen
- arbeidersbevolking, beroepsbevolking, burgerbevolking, kampbevolking, onderbevolking, wereldbevolking
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. alle inwoners van een bepaald land, staat of gebied gerekend
|
Gangbaarheid
- Het woord bevolking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevolking' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.