arreglar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
arreglo arreglava arreglat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

arreglar

  1. regelen, in orde maken
  2. herstellen, repareren


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·rre·glar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
arreglar
arreglaba
arreglado
volledig

Werkwoord

arreglar

Woordafbreking
  • a·rre·glar
  1. overgankelijk beredderen, regelen, oplossen, in orde maken
  2. herstellen, vermaken, repareren, opknappen, aanpassen
  3. verzorgen, aankleden
  4. (muziek), arrangeren
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.