vermaken
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘anders maken’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
- afgeleid van maken met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermaken |
vermaakte |
vermaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vermaken
- overgankelijk iemand prettig en leuk bezighouden
- Zij vermaken hun gasten met interessante verhalen.
- overgankelijk een kledingstuk veranderen
- Omdat zij erg klein zijn, vermaken zij hun broeken altijd zo dat ze niet op de pijpen gaan staan.
- overgankelijk (juridisch) iets in een testament toebedelen
- Zij vermaken hun huis aan hun enige kind.
Afgeleide begrippen
- vermaking
Vertalingen
1. iemand prettig en leuk bezighouden
|
2. een kledingstuk veranderen
Gangbaarheid
- Het woord vermaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vermaken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.