vermaken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vermaken    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈmakən/
Woordafbreking
  • ver·ma·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘anders maken’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
  • afgeleid van maken met het voorvoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vermaken
vermaakte
vermaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

vermaken

  1. overgankelijk iemand prettig en leuk bezighouden
    • Zij vermaken hun gasten met interessante verhalen. 
  1. overgankelijk een kledingstuk veranderen
    • Omdat zij erg klein zijn, vermaken zij hun broeken altijd zo dat ze niet op de pijpen gaan staan. 
  1. overgankelijk (juridisch) iets in een testament toebedelen
    • Zij vermaken hun huis aan hun enige kind. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • vermaking
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

vermaken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vermaak

Gangbaarheid

  • Het woord vermaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.