angolský

Slowaaks
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de eigennaam Angola met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

angolský

  1. Angolees; met betrekking tot het land Angola.
Verwante begrippen
  • Angolčan m
  • Angolčanka v


Tsjechisch
Uitspraak
  • IPA: /aŋgɔlskiː/
Woordafbreking
  • an·gol·ský
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van de eigennaam Angola met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

angolský

  1. Angolees; met betrekking tot het land Angola.
Verbuiging
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
bezield onbezield bezield onbezield
nominatief angolský angolská angolské angolští angolské angolská
genitief angolského angolské angolského angolských
datief angolskému angolské angolskému angolským
accusatief angolského angolský angolskou angolské angolské angolská
vocatief angolský angolská angolské angolští angolské angolská
locatief angolském angolské angolském angolských
instrumentalis angolským angolskou angolským angolskými


stellend angolský
vergrotend angolštější
overtreffend nejangolštější
Verwante begrippen
  • Angolan m bezield
  • Angolanka v

Verwijzingen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.