academica
Nederlands
Woordafbreking
- aca·de·mi·ca
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van academicus met het achtervoegsel -a
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | academica | academica's academicae |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
academica v
- een vrouwelijk persoon met een academische opleiding
- Zij was een beroemde academica op die universiteit.
Vertalingen
1. een vrouwelijk persoon met een academische opleiding
Gangbaarheid
- Het woord academica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'academica' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.