Mann

Niet te verwarren met: mann
Ein Mann
Een man

Duits

enkelvoud meervoud
nominatief der Manndie Männer
genitief des Mannes
des Manns
der Männer
datief dem Mann
dem Manne
den Männern
accusatief den Manndie Männer

Zelfstandig naamwoord

Mann, m

  1. man
  2. echtgenoot




Luxemburgs

enkelvoud meervoud
Mann Männer

Zelfstandig naamwoord

Mann

  1. man
  2. echtgenoot
  1. «Mäi Mann ass mat de Kanner an d'Vankanz gefuer.»
    Mijn man is met de kinderen op vakantie gegaan.


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Mann
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Mannder MannMennerdie Menner
datief me Mannem MannMennerde Menner
accusatief en Mannder MannMennerdie Menner

Zelfstandig naamwoord

Mann, m

  1. (biologie) man
  2. (familie) echtgenoot
Antoniemen
Hyperoniemen
Typische woordcombinaties
  • [1]: en Mann un en Fraa
een man en een vrouw
Opmerkingen


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /men/
Woordafbreking
  • Mann

Zelfstandig naamwoord

Mann m onbezield

  1. (toponiem: land) Man; een Britskroonbezit gelegen op het eiland Man
  2. (toponiem) Man; een eiland tussen Groot-Brittannië en Ierland
Verbuiging
Schrijfwijzen
  • Man m onbezield
Synoniemen
  1. Ostrov Man m onbezield
  2. -
Hyperoniemen
  1. korunní dependence v, korunní závislá území o
  2. ostrov m onbezield
Verwante begrippen
  • manský
  • manština v

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.