-a

Nederlands

Huidig
bestand
11
Woordherkomst en -opbouw
  • uit en volgens Latijn

Achtervoegsel

-a v

  1. vormt een zelfstandig naamwoord dat een vrouwelijk persoon omschrijft van een zelfstandig naamwoord van Latijnse oorsprong
    • politicus → politica 
    • classicus → classica 
  1. vormt een meisjesnaam van een eigennaam, vaak een jongensnaam
    • Paul → Paula. 
    • Quirinus → Quirina. 


Duits

Huidig
bestand
1

Achtervoegsel

-a, v

  1. vormt een meisjesnaam van een eigennaam, vaak een jongensnaam
  1. «Martin → Martina»


Latijn

Huidig
bestand
4

Achtervoegsel

-a m of g

  1. vormt zelfstandige naamwoorden van enkele werkwoorden, hiervan de handelend persoon of dader gevend,
    -er, -aar.
    • Deze afleiding komt weinig voor.
  1. «com + lēgĕre → (collēgĕre) → collēga»
    samen + verzamelen, lezen → (verenigen) → ambtgenoot, helper
  1. «perfŭgereperfŭga»
    toevlucht nemen → overloper
  1. «scrībĕrescrība»
    schrijven → schrijver
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

-a

  1. nominatief enkelvoud van achtervoegsel -a
  2. vocatief enkelvoud van achtervoegsel -a

  1. ablatief enkelvoud van achtervoegsel -a
Verbuiging

Bijvoeglijk naamwoord

  1. nominatief vrouwelijk enkelvoud van achtervoegsel -us
  2. vocatief vrouwelijk enkelvoud van achtervoegsel -us
  3. nominatief onzijdig meervoud van achtervoegsel -us
  4. accusatief onzijdig meervoud van achtervoegsel -us
  5. vocatief onzijdig meervoud van achtervoegsel -us

  1. ablatief vrouwelijk enkelvoud van achtervoegsel -us
Verbuiging


Turks

Klinkerharmonie
Niet-palataal-a
Palataal-e

Achtervoegsel

-a na "a", "ı", "o" of "u"

  1. vormt de datief van een zelfstandig naamwoord.
  1. «Adamalar - adamlara»
    Mensen - aan mensen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.