Theo Olof

Theo Olof (Bonn, 5 mei 1924Amstelveen, 9 oktober 2012) was een in Duitsland geboren Nederlandse violist en schrijver over klassieke muziek.

Theo Olof
Theo Olof in 1979
Algemene informatie
Volledige naamTheodor Olof Schmuckler
Geboren5 mei 1924
Overleden9 oktober 2012
Land Nederland
Werk
Genre(s)Klassieke muziek
Instrument(en)Viool
Portaal    Muziek
Theo Olof met de winnaars van het vioolconcours voor jonge amateurs: Iris Juda en Jaap van Zweden (1971)

Levensloop

Hij werd geboren als Theodor Olof Schmuckler. Hij was de zoon van de violiste en viooldocente Elvira Wolffberg-Schmuckler.[1] Zij ontving haar diploma aan het toenmalige conservatorium (nu Hochschule für Musik und Tanz) in Keulen.

Theo droeg dus aanvankelijk de achternaam van zijn moeder en niet die van zijn vader, Wolffberg. Vanwege de toenemende haat tegen joden door de nazi-partij in Duitsland veranderde hij zijn achternaam. Zijn tweede voornaam werd zijn achternaam en hij nam afstand van zijn officiële achternaam Schmuckler. Bij KB van 1 juni 1954 verkreeg hij geslachtsnaamswijziging van Wolffberg in Olof (waardoor zijn volledige namen werden: Theodor Olof Olof). Hij was tweemaal getrouwd. Na zijn scheiding van Wibbina Luthera van Steeden hertrouwde hij in 1971 met de violiste jkvr. Eleonore Johanna Elias (1939).

Olof week in de jaren dertig voor het toenmalige nationaalsocialistische Duitse regime uit naar Nederland. Hij gaf zijn eerste concert met het Concertgebouworkest op elfjarige leeftijd, onder leiding van Bruno Walter.

Net als Herman Krebbers, Lola Mees, Willem Noske, Kees Kooper, Davina van Wely en vele andere bekende Nederlandse violisten was Olof leerling van Oskar Back. Hij volgde diens lessen aan het Amsterdams Muzieklyceum aan het Albert Hahnplantsoen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest hij als Jood onderduiken. Zo was hij twee weken in Bilthoven ondergedoken bij de schrijfster Elisabeth de Meijier.

In 1951 won Theo Olof de vierde prijs bij de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Het duurde tot 2015 (met Stephen Waarts) voor er nog eens een Nederlandse violist in de finale kwam van de Koningin Elisabethwedstrijd (in 1951 waren het er zelfs twee, de andere laureaat was Kees Kooper). Olof was van 1950 tot 1970 concertmeester van het Residentie Orkest onder Willem van Otterloo en nadien tot 1985 bij het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink. Hij deelde deze posities bij beide orkesten voor het grootste deel (1950-1962 resp. 1970-1980) met Herman Krebbers. Zij combineerden hun positie bij deze orkesten met een carrière als solist in binnen- en buitenland. Ook speelden zij vaak samen, vooral in werken van Bach (Dubbelconcert BWV 1043), Bartók (44 duo's) en de Nederlandse componisten Henk Badings en Géza Frid, die ieder een dubbelconcert aan hen opdroegen.

Theo Olof was tot 1982 tevens hoofdleraar aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Daarnaast schreef hij over zijn leven als violist. Vooral het pocketboek vol anekdoten Daar sta je dan, verschenen in 1958, werd vele malen herdrukt. Ook zocht hij naar het verloren gewaande instrument de luthéal, om Tzigane van Ravel te kunnen uitvoeren zoals de componist zich dat oorspronkelijk had voorgesteld. Hij vond het enige nog bekende exemplaar ten slotte in het MIM in Brussel, ingebouwd in een Pleyel-vleugel uit 1911.

In 1988 richtte hij met Pieter Moerenhout het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds op, waarvan hij de eerste voorzitter werd.

Theo Olof behoorde tot de initiatiefnemers van Hilversum 4 (nu Radio 4), de radiozender voor klassieke muziek van het Nederlands publiek omroepbestel, die in 1975 voor het eerst uitzond. Op 13 september 2009 ontving hij uit handen van minister van Cultuur Plasterk de allereerste Radio 4 Prijs wegens zijn verdiensten voor de muziek in Nederland. Tevens stond Theo Olof aan de wieg van de Nederlandse tak van de European String Teachers Association.

Olof overleed op 9 oktober 2012 op 88-jarige leeftijd.[2]

Composities opgedragen aan Theo Olof

Diverse componisten droegen werken op aan Theo Olof:

Opgedragen aan Theo Olof en Herman Krebbers gezamenlijk:

  • 20 duo's voor twee violen (1951) van Géza Frid
  • Concert voor twee violen en orkest, op. 40 (1952) van Géza Frid
  • Concert voor twee violen en orkest (1954) van Henk Badings
  • Suite voor twee violen nr. 1, op. 110 (1955) van Willem Rettich
  • Rapsodie van Wolfgang Wijdeveld (ter gelegenheid van hun 20-jarig jubileum als duo).

Opnamen

Werken met orkest

Kamermuziek

Soloviool

Viool en piano

met Gérard van Blerk
met Daniël Wayenberg
  • Mozart: Sonate in e, KV 304
  • Ravel: Tzigane voor viool en luthéal
  • Ravel: Sonate Posthume
  • Debussy: Sonate
  • Franck: Sonate in A
  • Brahms: Sonate in A, op. 100
  • Janáček: Sonate
Korte stukken

Twee violen

met Herman Krebbers

Twee violen en piano

met Herman Krebbers en Marinus Flipse
  • Milhaud: Sonate pour deux violons et piano
  • Händel: Sonate in g, op. 2 n. 8

Boekpublicaties

  • Daar sta je dan. 1958
  • De muziekwedstrijd. 1959
  • Divertimenti van en over Theo Olof. 1968
  • Rhythmicon. 1970
  • Melomedicon. 1972
  • Daar sta je dan opnieuw. 1973
  • Scherzo. 1979
  • Daar ga je dan. Muzikale reisimpressies. 1986
  • Het Symfonie Orkest. 1986
  • Wolfgang Amadeus Mozart. Geniaal componist. 1991
  • Mijn leven met Tsjaikovski. 1995
  • Flarden. 2000
  • Oskar Back en veertig jaar Nationaal Vioolconcours. 2005
Zie de categorie Theo Olof van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.