Rogge (graan)

Rogge (Secale cereale) is een kruisbevruchtende graansoort, die net als de overige granen behoort tot de grassenfamilie.

Rogge
Bloeiende rogge
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Pooideae
Geslachtengroep:Triticeae
Geslacht:Secale
Soort
Secale cereale
L. (1753)
Afbeeldingen Rogge op Wikimedia Commons
Rogge op Wikispecies
Portaal    Biologie

Geschiedenis

Rogge groeit in het wild in Midden- en Oost-Turkije. Als cultuurgewas is de plant er in kleine hoeveelheden aangetroffen in enkele neolithische vindplaatsen, maar verder wordt het vrijwel niet gevonden tot aan de Midden-Europese bronstijd, rond 1800-1500 v.Chr. Mogelijk werd rogge naar het Westen gebracht als minder belangrijke variant van tarwe, en werd het gewas pas later apart geteeld. Rogge is aangetroffen in Romeins cultuurgebied langs de Rijn en op de Britse eilanden.

De Romeinse schrijver Plinius de Oudere beoordeelde rogge negatief[1]: het zou een slecht soort voedsel zijn, alleen te gebruiken om niet te verhongeren, en werd er spelt aan toegevoegd om de bittere smaak van het roggebrood of de roggepap te verdrijven. Rogge zou ook als groenbemesting gebruikt zijn.

In Nederlandse gebieden is rogge gevonden in de laatste fase van de raatakkers (ook wel 'celtic fields')[2]. Het gewas is waarschijnlijk omstreeks het begin van de jaartelling ingevoerd. Sinds de middeleeuwen is het ook hier een belangrijke grondstof voor brood.

Gebruik

Biologisch geteelde roggekorrels

Rogge wordt vooral geteeld om er roggebrood van te maken. Ook ontbijtkoek wordt van rogge gemaakt. In Ierland en de Verenigde Staten wordt rogge gebruikt voor de productie van whisky. Rogge wordt voornamelijk op de zand- en dalgronden verbouwd. Voor de teelt van winterrogge worden vrij bestoven rassen en hybrides gebruikt. Zomerrogge wordt bijna niet meer geteeld voor de korrel. Wel wordt zomerrogge soms geteeld als stoppelgewas voor groenbemesting. Ook winterrogge wordt wel voor groenbemesting gebruikt. Dit is dan een bladrijk type en wordt ondergeploegd in het voorjaar. Roggemeel werd vroeger gebruikt om roggepap van te maken. Dit werd gebruikt door destilleerders om aansluitingen af te dichten zodat geen stoom kon ontsnappen. Kuipers gebruikten de roggepap samen met gedroogde en geplette lis om de aansluiting van de houten bodems in de inkrozing van de ton of emmer te dichten.

Het in Nederland geteelde areaal met winterrogge was van 1998 t/m 2015:

JaarAreaal (ha)
19986300
19992600
20005800
20013500
20023500
20033500
20043400
20052500
20062400
20072800
20082100
20092300
20131741
20141720
20151628

Ziekten en plagen

Sneeuwschimmel

Bij rogge komen de volgende belangrijke schimmelziekten voor:

Minder voorkomend, zijn:

oortjes bij rogge
kafjes

Botanisch

Rogge behoort tot de grassenfamilie en is eenjarig (zomerrogge) of tweejarig (winterrogge). Winterrogge heeft voldoende koude nodig om te kunnen bloeien. Winterrogge bloeit in mei. Zomerrogge bloeit later.

Op de overgang van de bladschede en bladschijf zitten oortjes.

De korrel is een graanvrucht.

Roggemeel

Door korenmolen gemalen rogge

Roggemeel is grijs van kleur en wordt onder meer gebruikt voor het bakken van roggebrood, knäckebröd, pepernoten, voor de bereiding van ontbijtkoek en voor bloedworst. Roggemeel bevat minder gluten dan tarwemeel, waardoor het minder goed rijst. Door de aanwezigheid van pentosanen is er echter wel goed brood van te bakken.

Roggebloem is gezeefd (gebuild) roggemeel en wit van kleur. Hierin zitten geen zemelen en kiemen meer.

Noten

Zie de categorie Secale cereale van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.