Tarwe

Tarwe (Triticum) is een geslacht met de voornaamste granen waar de mensheid zich mee voedt, naast rijst en maïs. Het staat met maïs op een gedeelde eerste plaats. In Nederland werd in 2005 116.000 ha wintertarwe en ruim 20.600 ha zomertarwe geteeld. Tarwe is een zelfbestuiver.

Tarwe
Tarwe
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Pooideae
Geslachtengroep:Triticeae
Geslacht
Triticum
L. (1753)
Eenkoorn
Eenkoorn
Tarweaar
o.a. Poolse tarwe
Afbeeldingen op Wikimedia Commons
Tarwe op Wikispecies
Portaal    Biologie

Oorsprong

Tarwe is een van de oudste gedomesticeerde planten. De domesticatie vond waarschijnlijk ongeveer 10.000 jaar geleden plaats in het Midden-Oosten en Afrika van Syrië tot Kasjmir en naar het zuiden tot in Ethiopië.

Gewone tarwe en spelt

Gewone tarwe of broodtarwe is door hybridisatie en ploïdie- of genoommutaties ontstaan uit verschillende voorouders. Gewone tarwe is taxonomisch gezien hexaploïde met 42 chromosomen (2n = 6x = 42); dat wil zeggen dat gewone tarwe genetisch gezien diploïde (2n) is, en dat x = 7 het grondgetal is van de chromosomen binnen de verwantschapsgroep. De ontwikkeling is waarschijnlijk als volgt gegaan:

  • De diploïde eenkoorn (2n = 14) heeft zich gekruist met een diploïde wilde grassoort (2n = 14), wat een steriele hybride heeft opgeleverd. Bij deze hybride is chromosomenverdubbeling opgetreden (zodat er per definitie homologe chromosomenparen ontstaan) en het resultaat is dus fylogenetisch gezien tetraploïde met 28 chromosomen (2n = 4x = 28), waardoor de genetisch diploïde vorm niet steriel is.[1]
  • Van deze door hybridisatie en chromosomenverdubbeling ontstane soort stammen de emmertarwe en de harde tarwe, macaronitarwe of durumtarwe Triticum durum af.
  • De emmertarwe heeft zich gekruist met de diploïde Aegilops tauschii (synoniem: Aegilops squarrosa) met 2n = 14, wat weer een steriele hybride heeft opgeleverd.
  • Ook na deze hybridisatie is weer chromosomenverdubbeling opgetreden, waardoor er weer fertiel nageslacht ontstaat. Dit zijn dus uiteindelijk de (fylogenetisch gezien) hexaploïde tarwes gewone tarwe en spelt.

Genetische achtergrond

  • Het genoom van eenkoorn wordt weergegeven met A en eenkoorn-planten hebben AA.
  • Het genoom van de wilde diploïde grassoort wordt weergegeven met B en planten hebben BB.
  • Het genoom van de diploïde Aegilops squarrosa wordt weergegeven met D en planten hebben DD.
  • Het genoom van de durumtarwe wordt weergegeven met AB en planten hebben AABB.
  • Het genoom van de gewone tarwe wordt weergegeven met ABD en planten hebben AABBDD.

Veredeling

De wilde en primitieve tarwesoorten hebben een brosse aarspil, waardoor de korrels gemakkelijk kunnen loslaten. Ook zijn de korrels stevig omsloten door de kafjes en zitten er weinig korrels op een aar. Deze voor de mens ongewenste eigenschappen zijn door de eeuwen heen weggeselecteerd.

Eenkoorn en emmertarwe werden 4000 jaar v.Chr. veel verbouwd in Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied. Waarschijnlijk kwam eenkoorn veel voor als een ongewenste vermenging met emmertarwe. Na 300 v.Chr. werd durumtarwe met naakte korrels meer en meer verbouwd en na enkele eeuwen had deze soort de emmertarwe verdrongen. Gewone tarwe kwam in 200 v.Chr. voor het eerst voor in het Middellandse Zeegebied. Tegelijkertijd werd ten noorden van de alpen emmertarwe verdrongen door spelt. In de Middeleeuwen werd gewone tarwe en spelt in Europa veel verbouwd. Uiteindelijk is spelt bijna geheel verdrongen door de gewone tarwe.

Door kruising en selectie zijn er van gewone tarwe duizenden rassen gekweekt met verschillende eigenschappen en een steeds hogere opbrengst per ha. Meel van gewone tarwe is afhankelijk van het ras geschikt voor het maken van brood, biscuit en gebak. Pasta's worden meestal van durumtarwe gemaakt.

Rassen

Tarwerassen worden ingedeeld naar groeiseizoen (wintertarwe, zomertarwe en overgangstarwe). Verder maakt men bij broodtarwe onderscheid op basis van

  • de structuur van het endosperm: zachte of harde (niet te verwarren met durumtarwe) en
  • de kleur van de korrel: rood of wit.

Ook wordt broodtarwe vaak ingedeeld op basis van de kwaliteit, die grotendeels bepaald wordt door het gehalte en de kwaliteit van het eiwit of gluten en in mindere mate door de hardheid van de korrel.

In Nederland worden tarwerassen gekwalificeerd als:

  • betere baktarwe,
  • baktarwe,
  • vultarwe,
  • biscuittarwe of
  • voertarwe.

Belangrijkste soorten

Triticum turgidum
Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Opmerking
Triticum aestivum gewone tarwe Een hexaploïde soort die wereldwijd het meest verbouwd wordt.
Triticum aethiopicum
Triticum araraticum
Triticum boeoticum
Triticum carthlicum
Triticum compactum dwergtarwe
Triticum dicoccum emmertarwe Een tetraploïde soort, met wilde emmer en gecultiveerde varianten. In het verre verleden verbouwd maar nog maar weinig verbreid.
tweekoren
Triticum durum durumtarwe De enige tetraploïde soort die nog veel wordt verbouwd
harde tarwe
Triticum ispahanicum
Triticum karamyschevii
Triticum militinae
Triticum monococcum eenkoorn Een diploïde soort met wilde en gecultiveerde varianten. Een van de vroegst gecultiveerde soorten maar tegenwoordig zelden gebruikt
eenkoren
Triticum polonicum Poolse tarwe Een tetraploïde soort, oorspronkelijk uit het midden-oosten
Triticum spelta spelt een hexaploïde soort die in kleine hoeveelheden wordt verbouwd
Triticum timopheevii
Triticum trunciale
Triticum turanicum
Triticum turgidum
Triticum urartu
Triticum vavilovii
Triticum zhukovskyi

Productie en consumptie

In 2008 werd er op de wereld 690 miljoen ton tarwe verbouwd en de grootste tarweverbouwende naties waren:

  1. China: 112 miljoen ton
  2. India: 79 miljoen ton
  3. Verenigde Staten: 68 miljoen ton
  4. Rusland: 64 miljoen ton
  5. Frankrijk: 39 miljoen ton
  6. Canada: 29 miljoen ton
  7. Duitsland: 26 miljoen ton
  8. Oekraïne: 26 miljoen ton
  9. Australië: 21 miljoen ton
  10. Pakistan: 21 miljoen ton

De wereldconsumptie lag in 1997 per hoofd van de bevolking op 101 kg, waarbij Denemarken aan kop lag met 623 kg per hoofd van de bevolking, omdat tarwe veel als voer voor varkens wordt gebruikt en de Denen veel varkens mesten.

Ziekten en plagen

Schimmels

Tarwe is gevoelig voor verschillende schimmelziekten. De belangrijkste zijn gele roest, bruine roest, voetziekten en afrijpingsziekten, die in sommige jaren grote schade kunnen geven. Afrijpingsziekten kunnen ook een te hoog DON-gehalte (Deoxynivalenol-gehalte) in de korrel geven, waardoor ze dan ongeschikt zijn voor consumptie. Kiemplantenziekten, steenbrand en stuifbrand kunnen door ontsmetting van het zaaizaad worden voorkomen.

Zie ook

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Tarwe op Wikimedia Commons.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.