Mais

Mais of maïs (Zea mays subsp. mays) is een graan afkomstig uit Midden-Amerika en behoort tot de grassen. Mais is een directe domesticatie van de teosinte Zea mays ssp. parviglumis.

Mais
Mais
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Geslacht:Zea
Geslacht
Zea
Maiskorrels
Dentkorrels
Flintkorrels
Afbeeldingen Mais op Wikimedia Commons
Mais op Wikispecies
Portaal    Biologie

Geschiedenis

Illustratie uit Japanse Landbouwencyclopedie Seikei Zusetsu (1804)

Mais komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika, waar het gewas duizenden jaren geleden door de oorspronkelijke bewoners veredeld werd tot grotere, voedzamere kolven. Zij zochten steeds de beste, lekkerste en grootste kolven uit om de mais mee voort te planten. Waarschijnlijk zijn ze ooit begonnen met de teosinte, een klein grasplantje. Columbus, die in 1492 Amerika ontdekte, heeft de maisplant meegenomen naar Spanje, waar het gewas direct goed gedijde. Voor het koudere klimaat hebben de Europeanen de mais zelf verder veredeld, waarna de plant het in koudere gebieden ook steeds beter ging doen.

Bloeiwijze

Bij mais zijn de vrouwelijke en mannelijke bloemen van elkaar gescheiden, maar zitten wel op dezelfde plant. Aan de top van de plant zitten in de pluim de mannelijke bloemen. Ongeveer halverwege de plant zitten in de oksels van de bladeren één of meer kolven, bestaande uit de vrouwelijke bloemen.

Veredeling

Mais is een windbestuiver. Vroeger bestonden de rassen uit zogenaamde open bestoven rassen. Tegenwoordig zijn bijna alle maisrassen hybriden. Afhankelijk van de opbouw wordt gesproken van enkelvoudige (opgebouwd uit twee inteeltlijnen), drieweg- (drie inteeltlijnen) of dubbele (vier inteeltlijnen) hybriden. Door maisplanten via zelfbestuiving in te telen verkrijgt men inteeltlijnen. Als deze inteeltlijnen elkaar in specifieke combinaties bestuiven, ontstaan er beter groeiende en hoger opbrengende planten. Dit effect noemen we "heterosis". Kruisbestuiving wordt verkregen door de moederplanten te ontpluimen.

Bestanddelen van de maiskorrel

Mais behoort tot de monocotylen of eenzaadlobbige planten. Het reservevoedsel zit bij de maiskorrel dus opgeslagen in het endosperm. Er wordt onderscheid gemaakt in dent en flint. De dentkorrel is te herkennen aan het deukje in de top van de korrel. Een maiskorrel van het denttype bestaat voor 80% uit koolhydraten (zetmeel en suikers), 10% eiwit, 4,5% olie, 3,5% vezels en 2% mineralen. Het zetmeel bestaat hoofdzakelijk uit twee polysachariden, waarvan amylopectine met 75 à 80% van de hoeveelheid polysachariden de belangrijkste is. Amylose is de andere belangrijke polysacharide. Bij de kleefmais bestaat het zetmeel in de korrel hoofdzakelijk uit amylopectine.

Toepassingen

Mais wordt op verschillende manieren als voedsel gebruikt:

  • Maismeel wordt onder andere gebruikt om tortilla's en maisbrood te maken.
  • Van maismeel kan ook een maispap worden gemaakt, die bekendstaat onder de namen als polenta (Italië), mămăligă (Roemenië en Moldavië), funchi (Caraïben), fufu (West-Afrika), ugali, (Oost-Afrika), mieliepap (Zuid-Afrika) en farina (Noord-Amerika).
  • Ook cornflakes worden van mais gemaakt.
  • Maiszetmeel wordt in de vorm van maizena gebruikt als bindmiddel voor sauzen, soepen of pap.
  • Maisgluten is een restproduct dat ontstaat bij de zetmeelwinning uit korrelmais en dat zeer eiwitrijk is. Maisgluten wordt als veevoer voor onder andere runderen gebruikt. Gebroken maiskorrels worden als zetmeelbron gebruikt bij de bierbereiding. Door de lage hoeveelheid gluten in maismeel is het niet geschikt om te laten rijzen als broodmeel.
  • Maisolie wordt gebruikt als tafelolie.
  • Maisbier wordt (o.a.) in Afrika gemaakt. Men maakt een maispap waaraan speeksel toegevoegd wordt. De enzymen in het speeksel zetten het aanwezige zetmeel om in gluten/suikers, die na een paar dagen gisten worden omgezet in alcohol.
  • In de VS wordt mais ook gebruikt om er whisky van te maken. De traditionele Bourbon moet minimaal 51% mais bevatten, maar meestal is dat zo'n 70%.
  • Pofmais wordt droog (of met een heel kleine hoeveelheid olie) verhit in de pan en verandert dan in popcorn, doordat het vocht in de korrel bij oververhitting plotseling in stoom overgaat en daarbij uitzet. Pofmais is een speciaal maistype dat veel vocht in de korrel vasthoudt.
Door korenmolen gemalen mais
Maiskolf, vrouwelijke bloeiwijze
Mannelijke bloeiwijze
Oogst van snijmais
Snijmaiskuil

Daarnaast wordt mais gebruikt als grondstof voor biobrandstof zoals bio-ethanol en biodiesel. Ook wordt mais gebruikt bij vergisting voor de productie van biogas.

Maisteelt

Snijmais

In Nederland wordt in de landbouw meer dan 200.000 ha snijmais geteeld, in België meer dan 220.000 ha die vooral bestemd is als veevoer in de rundveehouderij. Omdat het klimaat eigenlijk te koel is voor mais, worden de korrels hier niet rijp. Er zijn echter wel vroege tot zeer vroeg rassen ontwikkeld, die voor de teelt van korrelmais gebruikt kunnen worden. Als regel wordt er geoogst tussen half september en half oktober, als de korrel hard deegrijp is. Bij een door nachtvorst vrijwel geheel bevroren gewas dient niet te lang met oogsten gewacht te worden. In het algemeen wordt het gehele gewas met blad, stengel en kolven verhakseld met een maishakselaar en ingekuild. Mais kan echter ook in de vorm van korrelmais, natte korrelmais met spil (CCM = Corn Cob Mix) zowel voor varkens als voor rundvee en voor maiskolvensilage (MKS) voor rundvee geoogst worden.

In 1970 bedroeg de oppervlakte aan snijmais in Nederland 6.400 ha, maar in 1994 was dit toegenomen tot 230.000 ha, een aanzienlijk deel van het Nederlandse landbouwareaal.[1] Mede door de grotere mestgift die toegestaan was op maisakkers nam daardoor ook de oppervlakte aan fosfaatverzadigde gronden toe.

De drogestofopbrengst aan snijmais bedraagt in Nederland tussen de 10 en 23 ton/ha.

Suikermais

Ook wordt in België en Nederland suikermais (Zea mays convar. saccharata) voor de verse consumptie geteeld. De korrels worden in het zogeheten melkrijpe stadium geoogst. Het optimale oogststadium wordt bereikt als de kolfkwast donkerbruin verkleurd is, de korrels tot bijna boven in de kolf warmgeel van kleur en nog niet ingedeukt zijn. Er kan onderscheid gemaakt worden in extra zoete en normaal zoete suikermais. Normaal zoete suikermais heeft een vrij laag suikergehalte en wordt in België en Nederland weinig geteeld. Extra zoete suikermais kan, doordat de omzetting van suiker naar zetmeel genetisch geblokkeerd is, wel tot 20% suiker bevatten. De genetische blokkade bij extra zoete mais berust op een ander gen dan dat van normaal zoete mais. Daarom mogen extra zoete mais en normale suikermais niet bij elkaar staan en ook niet in de buurt van snijmais, omdat bij bestuiving de blokkade van suiker naar zetmeel wordt opgeheven.

Energiemais

Sinds het begin van dit millennium wordt er in Nederland energiemais verbouwd. Deze mais kan iets later zijn dan gewone snijmais, maar dient wel af te rijpen tot meer dan 30% droge stof van de gehele plant. Bij een energiemaisras is de methaangasopbrengst per ha dé maatstaf.

In een mestvergister wordt mest van een rund of varken gedaan en deze wordt gemengd met een akkerbouwproduct (dit is vaak energiemais). Tijdens het vergisten ontstaat er biogas. Biogas kan gebruikt worden als brandstof of om elektriciteit mee op te wekken.

Zie ook: Biologische zaaitabel

Siermais

Siermais is mais die gebruikt wordt in de bloemsierkunst. Hiervoor worden verschillende rassen gebruikt, waaronder aardbeienmais en Amero.

Siermais kiemt na 10 tot 14 dagen bij 19-22 °C. De rassen die als siergewas worden gebruikt, dienen zo vroeg mogelijk gezaaid te worden, omdat de afrijping anders te wensen kan overlaten. Dit geldt in het bijzonder voor aardbeienmais. Voor de buitenteelt kan tussen eind april tot en met juni gezaaid worden.

Gentechmais

Veredelingsbedrijven hebben inmiddels een hele reeks genetisch gemodificeerde rassen gekweekt en op de markt gebracht. Zo zijn maisrassen resistent gemaakt tegen de Europese maisboorder (Ostrinia nubilalis) en zijn rassen van mais ongevoelig gemaakt voor bepaalde herbiciden (voor het bedrijven van monocultuur).

Over genetisch gemodificeerde mais is veel discussie. Zo zou uit een onderzoek zijn gebleken dat de sinds januari 2006 in de EU toegelaten genetische gemodificeerde maisrassen met de 'MON863'-gencombinatie (event) groeistoornissen en leverschade en nierschade veroorzaakte bij ratten.[2] De publicatie van dit onderzoek in het wetenschappelijk tijdschrift Food and Chemical Toxicology werd echter een jaar later door de redactie weer ingetrokken na kritiek van andere wetenschappers dat het onderzoek ondeugdelijk was uitgevoerd (Séralini-affaire).

De gentechbedrijven hebben een monopoliepositie op de markt, waardoor de maisproducenten voor hun productie sterk afhankelijk worden van een klein aantal bedrijven. Monsanto produceert naast genetisch gemodificeerde gewassen ook onkruidbestrijdingsmiddelen. Hierbij wordt ingespeeld op de monopoliepositie die het bedrijf heeft, door de mais door middel van genetische modificatie resistent te maken tegen de eigen onkruidverdelger Roundup. Deze actie heeft op veel verzet gestuit, omdat een maisproducent op deze manier verplicht is om ook zijn bestrijdingsmiddelen bij Monsanto in te kopen, als hij deze maissoort aanschaft. Alhoewel er zeer veel maishybriden zijn die niet genetisch gemodificeerd zijn en deze voor alle boeren beschikbaar blijven. Men is dus niet van deze modificaties afhankelijk.

Mais en milieu

Mais behoort tot de groep C4-gewassen, een groep planten die met een beperkte ademhaling een zeer hoge koolstofopname hebben. Eén hectare mais absorbeert 22 à 44 ton CO2 per jaar, en produceert 16 à 32 ton zuurstof per jaar. Dit is aanzienlijk meer dan wat 1 hectare bos per jaar aan zuurstof kan leveren. Alleen komt de opgeslagen koolstofdioxide na vervoedering weer in het milieu, meestal binnen een jaar. Bij bossen wordt de koolstofdioxide langer vastgelegd en komt pas vrij bij afbraak of verbranding van het hout. Dit komt doordat koolstofopname door planten een kortcyclisch proces is, in tegenstelling tot koolstofopname die gepaard gaat met fossilering, zoals bij steenkool- en aardolievorming. (Zie ook koolstofkringloop).

Soorten en ondersoorten

Ondersoorten:

  • Z. mays ssp. huehuetenangensis
  • Z. mays ssp. mays (typeondersoort)
  • Z. mays ssp. mexicana
  • Z. mays ssp. parviglumis (teosinte)

Verwante soorten:

  • Z. diploperennis
  • Z. luxurians
  • Z. nicaraguensis
  • Z. perennis

Ziekten

  • Stengelrot is de meest voorkomende ziekte in mais en wordt veroorzaakt door Fusarium-schimmels. Het merg van de stengelvoet verrot zodat de voet zacht wordt en de stengel om knikt. De bladeren vertonen een rode kleur en geven een papierachtig gevoel. Ook de kolven kunnen worden aangetast. De ziekte treedt op als de plant aan het afrijpen of verzwakt is.
  • Ritnaalden komen vooral voor na het scheuren van grasland. De larven van de kniptor boren zich in het gewas waardoor de plant slap gaat hangen. Bestrijding kan plaatsvinden door een grondbehandeling met 3,5 liter lindaan 21% per ha.
  • Builenbrand (Ustilago maydis) kan tijdens een warme zomer optreden. Hierbij worden in plaats van korrels builen, vruchtlichamen van de schimmel, in de kolf gevormd. De ontstane gallen worden in Mexico gegeten en gelden als een delicatesse die huitlacoche wordt genoemd.
  • De fritvlieg legt haar eitjes op de plant voor het vierde bladstadium. De larve kan vergroeiingen veroorzaken. Aangetaste planten zullen meer dan normaal uitstoelen. Een zaadbehandeling met methiocarb is meestal afdoende tegen deze aantasting.
  • De maiswortelboorder is een quarantaineorganisme dat de wortels van de maisplant kan aantasten.
Wikibooks Kookboek bevat een recept voor Mais.
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Zea mays op Wikimedia Commons.
Zie de categorie Zea mays van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Zie de categorie Microscopic images of Zea mays seeds van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.