Saarstahl AG

Saarstahl AG is een staalfabrikant in de Duitse deelstaat Saarland met een hoofdzetel in Völklingen. Samen met de AG der Dillinger Hüttenwerke behoren de activiteiten van Saarstahl AG tot de grootste nog bestaande staalindustrieën in Europa. Saarstahl AG is in 1982 ontstaan na een fusie tussen Stahlwerke Röchling-Burbach GmbH en de Neunkircher Eisenwerk. Na omzetting van de ondernemingsvorm in 1989 hanteert het bedrijf de huidige naam Saarstahl AG.

Saarstahl AG
Oprichting1989
SleutelfigurenTim Hartmann, CEO
Reinard Störmer voorzitter Raad van toezicht
Werknemers6384 (exclusief trainees, 2018)
IndustrieStaal
Omzet 2,52 miljard (2018)
Website(de) http://www.saarstahl.de
Portaal    Economie

Geschiedenis

De staalindustrie in Saarland is een van de oudste ter wereld. Saarstahl AG komt voort uit drie verschillende hoogovencomplexen met alle een eigen geschiedenis:[1]

Gebrüder Stumm

De oudste wortels van Saarstahl AG dateren uit Neunkirchen. Het oudste bewijsmateriaal gaat terug tot 1593. Na de dood van de bestuurder van het gebied, Graaf Albrecht van Nassau-Weilburg, bleek hij een deel van zijn arbeiders nooit betaald te hebben waarna zij geregistreerde claims indienden. De oudste officiële documenten over de fabriek zijn pachtcertificaten uit 1603. Nadat het Saarland door Frankrijk was geannexeerd, verkocht dit land de tot dan toe in staatsbezit zijnde fabriek aan de broers Stumm (Friedrich-Philipp (1751-1835), Christian Philipp (1760-1826) en Johann-Ferdinand (1764-1839)). Aanvankelijk had Gebrüder Stumm fabrieken in Fischbach-Camphausen, Hallberg en Neunkirchen, maar na 1860 sloot men de fabrieken in Fischbach en Hallberg en ging zich louter richten op de activiteiten in Neunkirchen. Onder leiding van Carl-Ferdinand von Stumm-Halberg groeide het bedrijf zelfs uit tot een van Europa's marktleiders op het gebied van staal met ruim 100.000 ton per jaar. In 1891 verlegde het bedrijf de productie ook naar het buitenland en opende een nieuwe hoogoven in het Franse Uckange met een jaarproductie van 157.000 ton. Dit bedrijf moest echter in 1919, na het Duitse verlies in de Eerste Wereldoorlog (WOI), verplicht worden afgestaan aan het Franse FNAL. Nadat het bedrijf na de Tweede Wereldoorlog (WOII) snel was gegroeid tot ruim 14.000 medewerkers, brak vanaf het begin van de jaren 70 door de wereldwijde oliecrisis een roerige tijd aan voor het bedrijf met een faillissement in 1974 als absoluut dieptepunt. Als nasleep hiervan fuseerde het verliesgevende bedrijf in 1982 met concurrent Stahlwerke Röchling-Burbach GmbH tot ARBED-Saarstahl GmbH.

Saarbrücker Eisenhüttengesellschaft

In 1856 werd in het Saarbrückse stadsdeel Burbach een hoogoven geopend door de Luxemburgse industriëlen Viktor Tesch en Nikolaus Berger, de Saarbrücker Eisenhüttengeschellschaft -Société en participation des Forges de Sarrebruck. Deze locatie was uitgezocht vanwege de aanwezigheid van ijzererts en waterkracht (de Saar) in de nabije omgeving. In 1871 werd het bedrijf samengevoegd met de Luxemburgse hoogovens in Esch-sur-Alzette. In 1911 ging het bedrijf op in ARBED (Aciéries Réunies de Burbach-Eich-Dudelange, Société Anonyme - Vereinigte Hüttenwerke Burbach- Eich-Düdelingen AG), een samenvoeging tussen hoogovens in Lotharingen (Frankrijk), Saarland (Duitsland) en Luxemburg. Na zowel WOI als WOII wist het bedrijf zijn activiteiten succesvol op te pakken en kon het verder groeien tot de olie- en staalcrisis midden jaren zeventig, waarna het fuseerde met de Völkinger Hütte tot Stahlwerke Röchling-Burbach GmbH.

Röchling'sche Eisen- und Stahlwerke GmbH

De jongste van de drie hoogovencomplexen vanwaaruit Saarstahl AG ontstond, werd in 1873 opgericht door de Keulse ingenieur Julius Buch in Völklingen. Al na acht jaar moest hij zijn bedrijf stoppen en het bedrijf gedwongen verkopen, omdat de ijzererts die benodigd was voor het productieproces te duur was. In 1881 werd de onderneming overgenomen door Karel Röchling en na de ingebruikname van een eerste hoogoven in 1883 groeide het bedrijf in rap tempo uit tot de grootste staalproducent binnen het Duitse Keizerrijk. In 1896 voerde het bedrijf de naam in waaronder het groot en bekend is geworden: Röchling'sche Eisen- und Stahlwerke GmbH. Net als veel andere ondernemingen kwam het bedrijf onder bestuur van de Volkenbond te staan na de, voor Duitsland, dramatische afloop van de Eerste Wereldoorlog. In WOII werden alle vijf hoogovens al in het eerste jaar kapotgebombardeerd. Het herstel van het complex volgde spoedig, waarna het bedrijf een belangrijke rol ging spelen in het produceren van wapens en andere benodigdheden voor Adolf Hitler tot het absolute einde van de oorlog in Duitsland. Net als na WOI kwam de hoogoven onder Frans beheer (na WOI speelde Frankrijk een belangrijke rol in de Volkenbond dat controle over Saarland hield). In 1952 werd het productieniveau van voor de oorlog weer gehaald. Voorlopige groei werd echter in de weg gestaan door een conflict tussen Duitsland en Frankrijk met als inzet de hoogovens van Völklingen. Nadat er een oplossing gevonden was, kon in 1959 een plan worden gepresenteerd om de hoogovens tussen 1961 en 1968 grootschalig te renoveren.

Stahlwerke Röchling-Burbach GmbH

Na een fusie in 1971 tussen de Duitse activiteiten van ARBED in Burbach met de Völkinger Hütte ontstond er een nieuw groot bedrijf: Stahlwerke Röchling-Burbach GmbH. Aanvankelijk ging het goed met het bedrijf en droeg het er mede aan bij dat Duitsland in 1974 meer staal dan ooit tevoren produceerde. Vanaf 1975 ging het echter al snel bergafwaarts met het bedrijf na het begin van de staalcrisis, wat in 1982 leidde tot een fusie met de verliesgevende hoogovens van Neunkirchen.

Saarstahl ARBED GmbH en Saarstahl AG

Na een samenvoeging van de drie bovenstaande bedrijven ontstond er een grote, verliesgevende, staalfabrikant met 3 hoogovencomplexen, 7 staalverwerkingsfabrieken en 21 walsstraten. Omdat ook het fusiebedrijf verliesgevend bleek te zijn, besloten de Duitse overheid en de Luxemburgse eigenaar ARBED tot een grootschalige reorganisatie in 1985. Als gevolg hiervan kwamen in 1987 onder andere de verouderde hoogovens en de cokesfabriek in Völklingen stil te liggen. In 1989 werd de bedrijfsnaam veranderd in de huidige naam, Saarstahl AG en werd het bedrijf voor 100% eigendom van Staal-Holding-Saar GmbH&Co.KG met als aandeelhouders Usinor-Sacilor (het huidige Arcelor Mittal), de deelstaat Saarland en ARBED.

Activiteiten, complexen en producten

Saarstahl beschikt momenteel over vier productielocaties in Saarland:[2][3]

  • Dillingen/Saar: Samen met Dillinger Hütte AG heeft Saarstahl een joint-venture (beide 50%) ROGESA. Deze dochteronderneming richt zich op de warme lijn:[4] het proces waarbij van ijzererts en koolstof vloeibaar staal wordt gemaakt. Dit vloeibare staal dient voor beide ondernemingen als basis waarop beide bedrijven al hun activiteiten hebben gebaseerd. Het bedrijf is na de staalcrisis in 1982 ontstaan als kostenbesparing voor beide bedrijven. ROGESA heeft een cokesfabriek en 3 werkende hoogovens in dienst: Hochofen 3 (1965 2.000 ton per dag), Hochofen 4 (1974, 6.100 ton per dag) en Hochofen 5 (1985, 7.000 ton per dag) welke in 2011 een totale jaarproductie hadden van 4.176.000 ton vloeibaar staal en een omzet van 1,3 miljard euro. Ook is ROGESA 100% eigenaar van een cokesfabriek in Carling (Frankrijk) en en een kalkmijn nabij de Frans/Duitse grensplaats Auersmacher welke voor de kalk bij het warmelijnproces zorgt.
  • Völklingen: In Völklingen wordt de Linz-Donawitz Verfahren techniek toegepast in een van de fabrieken. Met deze techniek, een uitvinding van de Nazi's in hun hoogovencomplex Linz, kan koolstofvrij staal, LD-Staal worden geproduceerd (<0.2% koolstof). Deze toepassing wordt gebruikt voor rekbare vormen van staal zoals walsdraad. Ook bevindt zich in Völklingen een met de computer gestuurde smederij, welke vooral bedoeld is voor de vervaardiging van turbines en generatoronderdelen.
  • Burbach: De vestiging in Burbach richt zich momenteel nog louter op het verwerken van ruw staal tot draadstaalproducten. In 2013 werd in Burbach 945.886 ton staal omgezet in producten, een afname van 3,7% ten opzichte van 2012.
  • Neunkirchen: In Neunkirchen bevindt zich een productielijn voor fijn staal, welke in 2012 haar 40ste verjaardag vierde. De in 1972 door het toenmalige Brüder Stumm geopende productielijn vervaardigt vooral draad- en staafproducten die veelal dienen in de voertuigenindustrie. Op deze locatie wordt ongeveer 825.000 ton staal verwerkt.

Aandeelhouders en Bedrijfsstructuur

Aandeelhouders

Saarstahl AG heeft twee aandeelhouders die samen 100% van de aandelen van de Aktiengesellschaft (AG) in handen hebben:

  • Staal-Holding-Saar GmbH&Co.KG (74,9%)
  • AG der Dillinger Hüttenwerke (25,1%)

Bedrijfsstructuur

Saarstahl AG is onderverdeeld in vier verschillende bedrijfsonderdelen:

  • Productie: Deze divisie omvat ROGESA en de fabrieken van de koude lijn in Völklingen, Burbach en Neunkirchen.
  • Verwerking: Deze divisie verwerkt staal tot (eind)product. De divisie heeft ook activiteiten buiten Saarland in onder meer in Frankrijk en rond Keulen.
  • Verkoop: De verkoopafdeling is gericht op de verkoop van producten van Saarstahl. Deze onderneming is wereldwijd actief met afdelingen in onder meer de Verenigde Staten en India.
  • Overige activiteiten: Naast de productie en verwerking van staal bezit Saarstahl een eigen spoorwegonderneming, Saarrail GmbH, welke verantwoordelijk is voor het transport van vloeibaar staal tussen ROGESA in Dillingen en de fabriek in Völklingen. Dit transport vindt plaats in zogenoemde torpedo-wagens. Ook bezit Saarstahl sociale woningbouw in Neunkirchen; dit was oorspronkelijk van Brüder Stumm om arbeiders die in de fabrieken werkten, te huisvesten.

Feiten en cijfers

In 2018 verwerkte Saarstahl 2,8 miljoen ton ruw staal.[5]

Verbruik (geografisch)

57% van het geproduceerde staal werd verbruikt door industrie in Duitsland, 32% in de andere lidstaten van de Europese Unie en 11% buiten de EU.

Verbruik (sector)

65% van het geproduceerde staal wordt gebruikt in de auto-industrie zoals Ford Werke in het nabijgelegen Saarlouis. 20% van het staal wordt gebruikt bij de bouw van machines. Hiervan is veel afkomstig uit de smederij in Völklingen. 10% van het staal wordt gebruikt in de bouw, een toepassing hiervan zijn vlechtmatten voor betonconstructies. De overige 5% zit vooral in de verwerking van producten voor de consumentenindustrie zoals schroeven en bouten.

Werknemers

In 2018 telde het bedrijf 6384 werknemers, exclusief 287 trainees.[5] In 2010 werkten er nog 7176 werknemers bij het bedrijf.

Saarstahl en Nederland

Voor de aanvoer van grondstoffen zijn de haven van Rotterdam en de haven van Amsterdam van groot belang voor ROGESA. Het transport van Braziliaans ijzererts via het Europees Massagoed Overslagbedrijf (EMO) op de Maasvlakte Oost vormt met ruim 6 miljoen ton per jaar bijna 1/6 van het gehele tonnage per spoor in Nederland.[6] Daarnaast krijgt het complex in Dillingen/Saar meerdere treinen beladen met steenkolen per dag die beladen zijn bij het Overslagbedrijf Amsterdam (OBA) of de EMO. In Nederland heeft Saarstahl diverse klanten. Een belangrijke hiervan is Nedri B.V. in Blerick.

Trivia

  • Een deel van de niet meer in gebruik zijnde hoogovens van voormalige takken van Saarstahl staan op de UNESCO werelderfgoedlijst.
  • In de Völklinger Hütte is ongeveer 85% van de door het Duitse leger in de Eerste Wereldoorlog gebruikte ijzeren helmen gefabriceerd.
  • Saarstahl is een van de grootste werkgevers in de deelstaat Saarland.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.