Regeringsformatie België 2007

Na de verkiezingen voor het federale parlement in België op 10 juni 2007 ging de formatie van een nieuwe federale regering van start. Na de eerste verkenningen door informateur Didier Reynders en koninklijk bemiddelaar Jean-Luc Dehaene werd Yves Leterme tot formateur benoemd. Na moeizame onderhandelingen gaf deze zijn opdracht eind augustus terug aan koning Albert, die daarop een nieuwe verkenner aanduidde: Herman Van Rompuy. Vanaf 29 september was Leterme opnieuw formateur. Op zaterdag 1 december bood hij opnieuw zijn ontslag aan bij de Koning, die het ontslag aanvaardde.

Dit was toen de langstdurende formatie ooit in België, ze duurde 194 dagen. Het vorige record van 148 dagen stond op naam van de formatie die de regering regering-Martens VIII in 1988 inluidde.

Mogelijke coalities

Op basis van de verkiezingsuitslag werd de bestaande paarse coalitie tussen VLD, sp.a, MR en PS gebroken en waren er volgende combinaties mogelijk:

Theoretisch mogelijke coalities[1]
Partijen in beide taalgroepenZetels
(op 150)
Moeilijkheden
CD&V/N-VA, Open VldcdH, MR
81
Communautair tegengestelde belangen.
CD&V/N-VA, Open Vld, sp.acdH, MR, PS
115
Communautair tegengestelde belangen, animositeit tussen MR en PS, sp.a wenst geen deel uit te maken van coalitie
CD&V/N-VA, Open Vld, Groen!cdH, MR, Ecolo
93
Communautair tegengestelde belangen, Ecolo stelt veto tegen regeringsdeelname van N-VA[2]

Al snel werd duidelijk dat de beide socialistische partijen, die zowel in Vlaanderen als Wallonië de verkiezingen hadden verloren, opteerden voor een oppositierol. Vanaf dat ogenblik werd de oranje-blauwe coalitie van christelijke en liberale partijen, eventueel aangevuld met de groene partijen, de enige werkbare meerderheid.

Een bijkomend probleem was de kartelpositie van N-VA. Zij bezette namelijk vijf zetels van de oranje-blauwe coalitie. Als de kamerleden Herman Van Rompuy, Jo Vandeurzen of Hendrik Bogaert van CD&V lid zouden worden van de regering dan werden zij elk opgevolgd door een N-VA'er, waardoor er waarschijnlijk 7 of 8 N-VA'ers in de kamer zouden komen. Dit betekent dat er zonder N-VA geen meerderheid meer zou zijn (slechts 73 of 74 zetels van de 150), waardoor zij de regering zou kunnen "gijzelen".

Verloop van de formatie

Tijdslijn

Informateur Reynders

Zoals algemeen verwacht gezien de verkiezingsoverwinning van de liberale partij MR in Wallonië werd Didier Reynders op 13 juni 2007 door koning Albert aangewezen als informateur. Zijn taak bestond erin het terrein te verkennen, waar mogelijk te ontmijnen en gesprekken te voeren met diverse personen uit de politieke, sociale, culturele en economische sector.

Op 18 juni 2007 ontving Reynders de partijvoorzitters van de onderhandelende oranje-blauwe partijen. Meteen werd duidelijk dat de Vlaamse en Waalse partijen vooral op communautair vlak tegengestelde eisen hadden. Zo verklaarde cdH-voorzitster Joëlle Milquet dat voor haar een staatshervorming onbespreekbaar is.

De rest van de maand juni ging Reynders door met verkennende gesprekken. Gedoodverfd formateur Yves Leterme (CD&V) herhaalde dat er geen regeerakkoord kon komen zonder een verregaande staatshervorming.

Op 4 juli 2007 legde Reynders zijn informateursnota voor aan de koning. CD&V/N-VA lieten meteen blijken niet tevreden te zijn met het resultaat en drongen aan op een bemiddelaar.

Koninklijk bemiddelaar Dehaene

De volgende dag werd oud-premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) aangeduid als koninklijk bemiddelaar.[3]

Dehaene zette de verkennende gesprekken verder, maar kon geen oplossing vinden voor de communautaire verzuchtingen van de Vlaamse partijen. Op 16 juli 2007 gaf hij er vroeger dan verwacht de brui aan. Yves Leterme werd officieel benoemd tot formateur.[4]

Formateur Leterme

Leterme opende zijn formatieopdracht door de volgende dag alle onderhandelende partijvoorzitters uit te nodigen op Hertoginnedal, het Brusselse kasteel waar in België traditioneel de regeringsonderhandelingen plaatsvinden. Leterme begon te schrijven aan zijn formateursnota.

Op 21 juli 2007, de nationale feestdag van België, vroeg een journalist van de Franstalige openbare omroep aan Leterme of hij de Brabançonne kent. Yves Leterme zong de Marseillaise, het Franse volkslied, in plaats van het Belgische. Het was onduidelijk of dit als grap bedoeld was. De Franstalige media reageerden verbolgen.[5] Yves Leterme verklaarde nadien zich door hen geviseerd te voelen. Op Hertoginnedal gingen de onderhandelingen ondertussen verder, maar van een doorbraak op communautair vlak was geen sprake. Wel werden er akkoorden gesloten over de begroting en over het langer open houden van de kerncentrales.

Op woensdag 8 augustus 2007 lekte de tweede versie van de formateursnota van Leterme uit. Reynders en Milquet waren niet te spreken over de inhoud hiervan. De sfeer aan de onderhandelingstafel leek grimmiger te worden. Toen Milquet de volgende dag naar Zuid-Frankrijk vertrok om haar zieke zoon te bezoeken en ze meteen moest terugkeren omdat er een extra vergadering is gepland, werd zij ervan verdacht de onderhandeling moedwillig te willen vertragen.

De onderhandelingen gingen verder en op 14 augustus 2007 overhandigde Leterme de communautaire eisenbundel van de Vlaamse partijen aan MR en cdH.[6] Op 16 augustus 2007 kwamen de Waalse partijen met een tegenvoorstel: in ruil voor de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde en homogene bevoegdheidspakketten wilden ze de uitbreiding van het Brussels gewest en een referendum in de faciliteitengemeenten. De Vlaamse onderhandelaars reageerden verbolgen. De formatiebesprekingen leken volledig vast te zitten. De volgende dag haalde formateur Leterme stevig uit naar de Franstalige partijen: hij stelde dat zij het Belgisch evenwicht onderuit halen met hun onaanvaardbare eisen. Vervolgens vroeg hij de koning op te treden als bemiddelaar.

Op 20 augustus 2007 stelde Reynders een ultimatum: hij gaf de formateur vier dagen de tijd om de onderhandelingen terug op gang te trekken. Ondertussen werd in de Vlaamse media Joëlle Milquet aangewezen als reden voor de mislukking. Ze kreeg de bijnaam Madame Non, omdat ze op geen enkele Vlaamse eis leek te willen ingaan.[7]

Op 22 augustus 2007 kwam er een ultieme nachtelijke vergadering in het kantoor van Kamervoorzitter Herman Van Rompuy. Rond halfvijf gingen de partijvoorzitters uiteen zonder resultaat. De volgende dag bood Leterme zijn ontslag als formateur aan bij de koning.[8] De volgende dag vroeg die Reynders op zoek te gaan naar een bemiddelaar. Er werd gedacht aan een duo, Raymond Langendries (cdH) en Herman De Croo (Open Vld), maar beide bleken onaanvaardbaar voor de partijen die rond de tafel zaten.

Op 27 augustus 2007 riep koning Albert voor het eerst sinds de onafhankelijkheidsverklaring van Kongo in 1960 zijn Ministers van Staat bij zich om zich te beraden over de formatiecrisis, een zeer ongebruikelijke actie die de totale impasse aan de onderhandelingstafel illustreerde. Een fotograaf slaagde erin een nota van Dehaene te fotograferen met mogelijke oplossingen. Daarop stonden onder andere het voorstel om de staatshervorming buiten de regeringsvorming te houden. Brussel-Halle-Vilvoorde zou wel in het regeerakkoord moeten komen.

Koninklijk verkenner Van Rompuy

Op 29 augustus werd Kamervoorzitter Herman Van Rompuy aangesteld als verkenner.[9] Hij moest trachten de tegenstellingen weg te werken zodat de oranje-blauwe partijen terug aan de tafel kunnen. Al snel werd duidelijk dat Van Rompuy zeer discreet te werk ging. Hij gaf geen interviews en ging vooral telefonisch te werk. Voor het eerst leek er ook in Wallonië enthousiasme te ontstaan over deze werkwijze en de crisis leek wat te bekoelen.[10]

Op 12 september 2007 kwam Leterme weer in opspraak in de Franstalige media door een interview dat hij gaf aan het Ketnet-jeugdjournaal, waarin hij stelde dat extra geld voor het Franstalig onderwijs misschien een oplossing kon zijn voor de formatiecrisis. Dit voorstel vond geen steun bij de Franstalige partijen en Milquet verklaarde dat Leterme beter geen interviews meer zou geven.[11] Ondertussen toonden verscheidene peilingen aan dat de onafhankelijkheidsgedachte in Vlaanderen aan steun wonnen.[12][13] Ook buitenlandse media berichtten over een mogelijk einde van België.[14][15][16][17][18] Een voorstel van Vlaams-Belang in het Vlaams Parlement om een referendum te organiseren over de Vlaamse onafhankelijkheid vond geen steun.

Opnieuw formateur Leterme

Sinds 29 september was Leterme opnieuw formateur.

Op 28 oktober stelden de leiders van de liberale en christendemocratische partijen de onderhandelaars een ultimatum. Als op 7 november geen grote vooruitgang was geboekt, kwam er geen oranje-blauwe regering. Op 6 november werd het record uit 1988, toen men 148 dagen nodig had om een nieuwe regering te vormen, gebroken.[19] Op 7 november keurden de Vlamingen in de kamercommissie voor Binnenlandse Zaken eenzijdig het splitsingsvoorstel goed voor Brussel-Halle-Vilvoorde. De Franstaligen boycotten deze stemming. Hierdoor verdween BHV voor lange tijd van de onderhandelingstafel, maar waren de communautaire spanningen weer opgelaaid.

De onderhandelingen kwamen hierdoor weer muurvast te zitten. De koning startte een nieuw overleg met de partijvoorzitters van enkele partijen. De voorzitters van N-VA, FDF, Lijst Dedecker en Vlaams Belang werden niet uitgenodigd.

Parlementsvoorzitters Armand De Decker en Herman Van Rompuy zochten ondertussen achter de schermen verder naar een oplossing voor de communautaire impasse. Op 14 november oogstte Armand De Decker kritiek na zijn uitspraak dat het kartel CD&V/N-VA aan de basis van de crisis ligt. Kamervoorzitter Van Rompuy distantieerde zich onmiddellijk van deze uitspraak.

Diezelfde dag bevestigde Vlaams minister Marino Keulen dat de Franstalige burgemeesters van vier faciliteitengemeenten in de rand rond Brussel niet benoemd zouden worden wegens het niet naleven van de taalwetgeving en de omzendbrief-Peeters. Dezelfde dag stelde Marino Keulen dat hij een van de vier burgemeesters, die tot de Franstalige christendemocraten cdH behoort, zou benoemen, omdat ze zich inschikkelijk toonde, maar de drie andere burgemeesters van het FDF niet. Dat verstarde meteen de houding van FDF-kopstuk Olivier Maingain binnen het kartel MR.

Om de regeringsonderhandelingen uit het slop te halen vroegen de vier Franstalige partijen een dag later een onderhandelde oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde. Het voorstel kon op weinig begrip rekenen bij de Vlaamse partijen.

Op 22 november diende de Vlaams Belang-fractie in de Kamer een voorstel tot resolutie in tot algehele ontbinding van de Belgische staat met het oog op de verlening van onafhankelijkheid aan het soevereine Vlaamse en Waalse volk.[20] Een meerderheid van de aanwezige Kamerleden stemde het voorstel weg, uitgezonderd drie N-VA- en drie CD&V-kamerleden die zich onthielden. Het wegstemmen werd door de Franstalige pers gezien als een verzoenend gebaar. Diezelfde dag herhaalde N-VA haar eis van een overheveling van belangrijke sociaal-economische bevoegdheden naar de gewesten en gemeenschappen.

Op 1 december ging Leterme opnieuw naar de koning om ontheven te worden van zijn formateursopdracht nadat een ultimatum aan de partijen van oranje-blauw was uitgelopen op een sisser. De Koning aanvaardde het ontslag. Daardoor zat de formatie weer in het slop. Het was nu wachten op een nieuw initiatief van Albert II.[21]

Verhofstadt

Op 3 december gaf Koning Albert II aan de aftredende regering-Verhofstadt meer bevoegdheden, in afwachting van een oplossing van de politieke crisis en het aantreden van een nieuwe regering. Concreet was er sprake van een uitbreiding van de afhandeling van zeer dringende lopende zaken zonder de vorming van een nieuwe regering op de lange baan te schuiven. Deze tijdelijke constructie kon werk maken van dringende dossiers in overleg met de oppositie aangezien paars geen meerderheid meer had in de Kamer (langs Vlaamse kant slechts 32 van de 88 zetels). Daarbij zou het initiatief kunnen uitgaan van de regering of van het parlement zelf. Desgevraagd verklaarde CD&V voorzitter Jo Vandeurzen de dag daarop dat alvast zijn partij bereid is mee te te zoeken naar een oplossing voor dringende dossiers. Daarbij was Jo Vandeurzen verheugd dat ook de opdracht staatshervorming in het opgelegde takenpakket vervat zat.

Er bestaat evenwel geen wettekst over wat precies lopende zaken inhoudt, wel vormde er zich rechtspraak over. De Raad van State stipuleerde drie niveaus: dringende zaken, zaken van dagelijks bestuur en de voortzetting van dossiers waarvan de eigenlijke beleidsbeslissing veel eerder is genomen.

De zittende regering zou ook op zoek gaan naar oplossingen voor de communautaire thema's en een consensus proberen te vinden voor de staatshervorming.[22][23][24]

Op dezelfde dag raakte bekend dat aftredend premier Guy Verhofstadt door de Koning "gevraagd wordt op zeer korte termijn te informeren hoe de huidige impasse kan worden doorbroken en daartoe alle nodige contacten te leggen".[25]

Op 17 december werd Verhofstadt benoemd tot formateur met de bedoeling op korte termijn een interim-regering "Verhofstadt III" op de been te brengen die tot 23 maart 2008 kan fungeren. Daarna zal Leterme het overnemen. Het was de bedoeling dat deze interim-regering zich op de belangrijkste lopende zaken zou richten. Tijdens deze interim-regeringsperiode zou er ten behoeve van de vorming van een definitieve regering verder onderhandeld worden over sociaal-economische en staatshervormingsaangelegenheden. Daartoe zou de zogenaamde Groep van Twaalf in het leven geroepen worden. Dit was een werkgroep, onder voorzitterschap van Yves Leterme, die de contouren van de volgende staatshervorming moest uittekenen. [26]

Op vrijdag 21 december 2007 legde deze interim-regering Verhofstadt III de eed af. Deze regering bestond uit aan Vlaamse kant CD&V en Open Vld en aan Franstalige kant PS, MR en cdH en beschikte over een 2/3e meerderheid van 101 zetels in de Kamer van volksvertegenwoordigers.[27]

Leterme I

In de Groep van Twaalf werkgroep bleek al snel dat de onderhandelingen over een staatshervorming niet tijdens de regeerperiode van Verhofstadt III zouden kunnen afgerond worden. Er werd besloten een nieuwe regering op te starten met de focus op sociaal-economische thema's. In parallel zouden dan de onderhandelingen over een staatsvervorming kunnen blijven doorlopen. Op 20 maart 2008 legt Yves Leterme de eed af als nieuwe premier van België evenals zijn regering Leterme I. Ze bestond uit de Nederlandstalige en Franstalige liberalen (Open Vld respectievelijk MR), de Franstalige sociaaldemocraten (PS) en de Nederlandstalige en Franstalige christendemocraten (CD&V respectievelijk cdH).

Om het overleg mbt de staatshervorming nieuw leven in te blazen stelde de koning in juli 3 bemiddelaars aan: Raymond Langendries (cdH), François de Donnea (MR) en Karl-Heinz Lambertz (Sozialistische Partei)

Leterme I zou geen lang leven beschoren zijn: op 19 december 2008 viel de regering over de zaak Fortis. Koning Albert II aanvaardde het ontslag op 22 december 2008 en stelde Wilfried Martens aan als bemiddelaar in de voorbereiding naar een nieuwe regering.

Van Rompuy

De Regering-Van Rompuy was een doorstart van regering Leterme I en was opnieuw samengesteld uit de Nederlandstalige en Franstalige liberalen (Open VLD respectievelijk MR), de Franstalige socialisten (PS) en de Nederlandstalige en Franstalige christendemocraten (CD&V respectievelijk cdH).

Herman Van Rompuy (CD&V) legde met zijn regering de eed af op 30 december 2008 en hij zou premier blijven tot aan zijn verkiezing tot Voorzitter van de Europese Raad, eind november 2009.

Leterme II

De regering-Leterme II was de federale regering van België vanaf 25 november 2009 en ontslagnemend vanaf 26 april 2010. Op 6 december 2011 werd zij opgevolgd door de regering Di Rupo I. Ook deze regering bestaat uit de Nederlandstalige en Franstalige liberalen (Open Vld respectievelijk MR), de Franstalige socialisten (PS) en de Nederlandstalige en Franstalige christendemocraten (CD&V respectievelijk cdH). De premier is Yves Leterme (CD&V).

Om de onderhandelingen met betrekking de staatshervorming opnieuw vlot te trekken, stelde de koning Wilfried Martens (CD&V) en Jean-Luc Dehaene (CD&V) als respectievelijk koninklijk begeleider en koninklijk ontmijner aan.

Net na Pasen 2010 gaf Dehaene de onderhandelingen op, waarna Didier Reynders (MR) op 24 april 2010 door de koning werd aangesteld als institutioneel bemiddelaar, maar ook Reynders slaagde er niet in om de gesprekken vlot te trekken, waarna de Vlaamse liberalen (VLD) op 26 april de stekker uit de regering van Leterme trokken en er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.