Pieter Brueghel de Jonge

Pieter Brueghel de Jonge (Brussel, 1564 of 1565 - Antwerpen, 1638) was een Zuid-Nederlands kunstschilder, oudste zoon van Pieter Bruegel de Oude. Toen hij vijf jaar oud was, stierf zijn vader en negen jaar later zijn moeder. Pieter en zijn broer Jan werden door Mayken Verhulst, hun grootmoeder langs moeders zijde, in huis genomen ('t Vliegend Peert te Mechelen) en daar opgevoed.[1]

Pieter Brueghel de Jonge
Pieter Brueghel de Jonge door Antoon van Dyck
Persoonsgegevens
Geboren1564 of 1565
Overleden1638
Beroep(en)Kunstschilder
RKD-profiel
Portaal    Kunst & Cultuur

Pieter Brueghel de Jonge was in de leer bij de landschapschilder Gillis van Coninxloo. Brueghel trouwde met de zus van zijn meester.

Pieter Brueghel de Jonge werd meester in 1585. Hij ging toen landschappen, religieuze onderwerpen en fantasie-onderwerpen schilderen. Voor deze laatste schilderijen gebruikte hij vaak vuur en groteske wezens, waardoor hij de bijnaam "De Helse Brueghel" kreeg. Hij was minder getalenteerd dan zijn vader en zijn broer Jan; hij moest het dan ook voornamelijk hebben van het kopiëren van zijn vaders' werken. Hij werkte samen met Pieter Neeffs (I) waarbij hij menselijke figuren toevoegde aan diens architecturale interieurs van kerken.

Pieter Brueghel en de invloed van zijn vader

Pieter Brueghel de Jonge maakte minstens dertien kopieën van zijn vaders Volkstelling te Bethlehem. Het schilderij De vogelval uit 1631 is ook een kopie van een werk van zijn vader waarvan het origineel in Brussel is te zien. De boerenbruiloft is een onderwerp dat eveneens werd geïnspireerd door een schilderij van zijn vader. Van zijn Boerenbruiloft zijn een honderdtal versies bekend, waarvan er een aantal aan Brueghel wordt toegeschreven. Ook de Kindermoord te Bethlehem werd eerder al door zijn vader geschilderd.

Galerij

Bruiloftsmaal in de schuur

Ook het Bruiloftsmaal in de schuur, oorspronkelijk een werk van zijn vader, kopieerde Pieter. Het origineel hangt in het Kunsthistorisches Museum te Wenen. De kopie is kleiner en is te zien in het Museum voor Schone Kunsten (Gent). Ze hing in de abtswoning van de Sint-Pietersabdij te Gent. De papieren kroon op het witte doek wijst op een bruid die hier aan tafel zit. De bundels graanhalmen werden toen zantekoren genoemd en het was een recht van arme mensen om die na de oogst in te zamelen. Mogelijk wijst dit erop dat de feestende familie onbemiddeld was. Het vrijend koppel links op de hooizolder is een toevoeging van Pieter Brueghel de Jonge.[2]

Galerij

Genealogie

 
 
Pieter Bruegel de Oude
ca 1525-1569
de Boerenbrueghel
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Pieter Brueghel de Jonge
1564-1638
de Helse Brueghel
 
Jan Brueghel de Oude
1568-1625
de Fluwelen Brueghel
 
 
 
 
 
David Teniers I
1592-1649
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ambrosius Brueghel
1617-1675
 
Jan Brueghel de Jonge
1601-1678
 
Anna Brueghel
1620-1656
 
David Teniers II
1610-1690
 
Abraham Teniers
1626-1670
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Abraham Brueghel
1631-1690
 
 
 
David Teniers III
1638-1685
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
David Teniers IV
1672–1731
Zie de categorie Pieter Brueghel (II) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.