DRB Baureihe 01.10

De DRB Baureihe 01.10 is een serie van 55 stoomlocomotieven die gebouwd zijn voor de Deutsche Reichsbahn (DRB), het Duitse spoorwegbedrijf van 1937 - 1949.

DRB Baureihe 01.10
Aantal55
Nummering01 1001
01 1052-1105
FabrikantL. Schwartzkopff in Tegel
In dienst1937
Uit dienst1975
Asindeling2'C1' (Pacific)
Massa118,5 ton
Aslast20,0 ton
Lengte over buffers24,13 m
Hoogte4,45 m
Maximumsnelheid140 km/h
Aandrijvingmechanisch
Vermogen1559 kW (011)
1728 kW (kolengestookt met voorverwarming)
1817 kW (oliegestookt met voorverwarming)
TreinbeïnvloedingIndusi
Portaal    Verkeer & Vervoer
De sneltrein-stoomlocomotief 01 1075 van de Stoom Stichting Nederland (SSN) op 25 september 2010 tijdens een speciale rit naar Königswinter in het Hauptbahnhof van Oberhausen.

De locomotief heeft de asindeling 2'C1', dus voor twee loopassen in een draaistel, drie aangedreven en gekoppelde assen en achter nog een loopas in een draaistel. De locs kregen de 5-assige eenheidstender T38 met de asindeling 2'3. De locs waren in staat om een trein van 550 ton op vlakke trajecten met 120 km/uur te vervoeren en een trein van 435 ton bij 4 promille met 100 km/uur. Alhoewel ontworpen voor 140 km/u bleef dit in de praktijk beperkt tot 130 km/uur of zelfs 120 km/uur.

Geschiedenis

Er was behoefte aan 400 snelle locomotieven voor het personenvervoer. In 1939 werd de bestelling van 204 locomotieven bij verschillende fabrieken geplaatst. Door de Tweede Wereldoorlog werden door de firma Schwartzkopff te Berlijn slechts 55 locomotieven afgeleverd. De serie kan als 3-cilinder variant worden beschouwd van de DRG Baureihe 01, maar toch zijn er wezenlijke verschillen. De locomotieven kregen een stroomlijnbekleding over loc en tender en in het Derde Rijk prijkte het hakenkruis op het machinistenhuis.

Ombouw DB

De serie kwam na de Tweede Wereldoorlog in haar geheel terecht bij de DR, in het gebied van de westelijke bezettingszone van het verslagen Duitsland, dat vanaf 1949 Deutsche Bundesbahn zou gaan heten. In 1953 kreeg men problemen met de uit St.47 vervaardigde ketels. De DB besloot alle locs te voorzien van een nieuwe hoogrendementsketel en een voorverwarmer van het type Heinl; bovendien werd de stroomlijnbekleding bij alle locs afgenomen. Het vermogen steeg hierbij van 1559 tot 1728 kW.

In 1956 werd als proef loc 01 1100 voorzien van een oliestookinstallatie, daarna volgden nog eens 33 machines. Het vermogen van de loc nam hierdoor wederom toe tot van 1728 tot 1817 kW. De locs behielden hun originele nummers, maar in de praktijk sprak men van een loc uit de serie 01.10 Öl of 01.10 Kohle. Vanaf 1968 werden alle locs van de DB voorzien van een computernummer en ingedeeld in nieuwe series (Baureihes). De kolengestookte versies werden ingedeeld in de serie 011 en de oliegestookte versies in de serie 012.

Problemen met het drijfwerk

Een groot probleem van deze serie, dat nooit is opgelost, is het doorslippen van de aangedreven assen bij het optrekken, zelfs bij 120 km/uur. Dit had te maken met het feit dat de buitenste twee cilinders de tweede koppelas aandreven en de binnenliggende cilinder middels een krukas de voorste gekoppelde as, waardoor het drijfwerk uit balans was. Gebroken aandrijfstangen en andere ernstige schade waren schering en inslag. Deze problemen zijn jarenlang verzwegen door de DB en de reparatiekosten werden niet opgeteld bij het totaalbedrag van onderhoudskosten van stoomlocomotieven bij de DB.

Zwanenzang

Het traject Rheine - Emden was het laatste traject, waar deze imposante sneltreinstoomlocs dienstdeden in de snel- en personentreindienst. Duizenden spoorwegenthousiastelingen hebben aan Bahnbetriebswerk Rheine of Emden een bezoek gebracht, of stonden langs het traject om de serie op foto, film of geluidsband vast te leggen. Ondanks de problemen met het drijfwerk konden de dieselhydraulische diesellocomotieven van de serie V200 die langzamerhand de 012-en vervingen op dit traject, de rijtijden van de stoomlocs amper bijhouden. In uitzonderlijke gevallen werd de 012 als voorspanloc samen met een loc uit de series 044 of 043 voor de zware ertstreinen gebruikt tussen Emden en Rheine. Op 31 mei 1975 werd de laatste 012 afgevoerd.

Nummers

De volgende locomotieven zijn bewaard gebleven. Loc 01 1102 werd weer voorzien van een nagebouwde stroomlijnbekleding uit 1939 in een niet correcte staalblauwe kleur. Deze loc strandde op 24 oktober 2004 in Hilversum met een defecte middencilinder en moest zijn reis voorzichtig op 2 cilinders voortzetten. De bewaarde locomotief SSN 01 1075 van de Stoom Stichting Nederland voert soms het nummer SSN 011 075-9. De loc is echter van 1968 tot 1975 een oliegestookte locomotief met het nummer DB 012 075-8, is pas in 1991 teruggebouwd naar kolenstook en geregistreerd met het nummer 90 84 0011 075-9.

Lijst van de 01.10
Nummer
DRG
Eigenaar
na 1945
Nummer
na 1968
Huidige eigenaar Standplaats Opmerkingen
01 1056 DB 011 056 EM Darmstadt-Kranichstein
01 1061 DB 012 061 DDM Neuenmartk-Wisberg
01 1063 DB 012 063 DB Braunschweig Hbf Standbeeld
01 1066 DB 012 066
01 1066
UEF
01 1075 DB 012 075
01 1075
(bij SSN 011 075)
SSN Rotterdam noord goederen omgebouwd op kolenstook
01 1081 DB 012 081 EM Augsburg
01 1082 DB 012 082 DTM Berlijn
01 1100 DB 012 100 Dampflok-Tradition Oberhausen
01 1102 DB 012 102 Süddeutschen Eisenbahnmuseum Heilbronn (SEH) voorzien van stroomlijnbekleding
01 1104 DB 012 104 DBK Bw Crailsheim

Literatuur

  • Taschenbuch Deutsche Dampflokomotiven. Horst J. Obermayer. Uitgeverij Franckh’sche Verlagshandlung, Stuttgart. ISBN 3-440-03643-X

Foto's

Zie de categorie DRG Class 01.10 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.