Andre Geim

Andre Konstantinovitsj Geim (Russisch: Андрей Константинович Гейм) (Sotsji, 21 oktober 1958)[1] is een Nederlands-Britse natuurkundige van Russische afkomst. Hij is onder andere bekend door een zwevende kikker, Gecko Tape en de ontdekking van grafeen.

  Andre Geim
21 oktober 1958
Andre Konstantinovitsj Geim
GeboortelandRusland
GeboorteplaatsSotsji, Rusland
NationaliteitNederlandse, Britse
NobelprijsNatuurkunde
Jaar2010
Reden"Voor baanbrekende experimenten met betrekking tot het twee-dimensionale materiaal grafeen"
Samen metKonstantin Novoselov
Voorganger(s)Charles Kao
Willard Boyle
George E. Smith
Opvolger(s)Saul Perlmutter
Brian Schmidt
Adam Riess
Portaal    Natuurkunde

Loopbaan

Geim studeerde in 1982 af aan het Instituut voor Natuurkunde en Techniek in Moskou. Hij promoveerde in 1987 aan het Instituut voor Vastestoffysica in Tsjernogolovka waar hij aansluitend tot 1989 werkzaam was. Hierna was hij op tijdelijke basis werkzaam aan de Universiteit van Nottingham, het Hans Christian Ørsted Instituut in Kopenhagen en de Universiteit van Bath. Tussen 1993 en 1994 had hij een onderzoeksaanstelling (research associate) aan de Universiteit van Nottingham. Van 1994 tot 2000 was hij universitair hoofddocent aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.[2]

Hij ergerde zich aan het verouderde Germanistische systeem op de Nederlandse universiteiten waar één hoogleraar de baas is in een vakgroep en de overigen onder hem staan.[3] Hij weigerde een langer verblijf in Nijmegen alsmede een aanstelling aan de Technische Universiteit Eindhoven en werd hoogleraar aan de Universiteit van Manchester. Hij is sinds februari 2010 als bijzonder hoogleraar verbonden aan het Instituut voor Moleculen en Materialen van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sinds 2007 maakt hij deel uit van de Britse Royal Society. In 2009 ontving hij eredoctoraten van de TU Delft en de ETH Zürich.

Grafeen

Grafeen is twee-dimensionaal grafiet van één atoomlaag dik. Om het te maken ontwikkelden Geim en Novoselov een nieuwe techniek: mechanical exfoliation. Van een potloodlijntje van grafiet pelde hij met plakband laag voor laag een stukje af tot hij één atoomlaag overhield. Deze bracht hij vervolgens aan op een isolerend substraat van siliciumoxide. Het resultaat kon onder een microscoop bekeken worden. In 2004 slaagden ze erin een grafeenmolecuul te isoleren en daarmee een veldeffecttransistor te bouwen.[4]

Grafeen heeft een bijna honingraatstructuur van zesatomige koolstofringen, waarbij een koolstofatoom aan drie andere atomen gebonden is via sterke covalente bindingen, maar het vierde elektron van ieder koolstofatoom is 'vrij'. Hierdoor is het een extreem efficiënte geleider van elektriciteit. Elektronen in grafeen gedragen zich als massaloze relavistische deeltjes met een constante snelheid van 1000 km/s, net als fotonen.[4]

In 2010 kreeg hij samen met zijn promovendus Konstantin Novoselov de Nobelprijs voor de Natuurkunde vanwege hun onderzoek naar de eigenschappen van grafeen.[5] Hij is daarmee de enige die zowel een Nobelprijs als een Ig Nobelprijs heeft gewonnen.[6]

Door magnetische kracht voortbewogen kikker in het Magnetenlab van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Experiment van Geim samen met Michael Berry waarmee beiden de Ig Nobelprijs wonnen in 2000.

Erkenning

De Ig Nobelprijs ontving hij nadat hij in 1997 een kikker liet zweven in een Nijmeegse supermagneet. Ook heeft hij roem gedeeld met onder andere zijn hamster genaamd Tisha, met wie hij onder het pseudoniem H.A.M.S. ter Tisha een gemeenschappelijk artikel schreef.[7]

1901–1925:1901: Röntgen · 1902: Lorentz / Zeeman · 1903: Becquerel / P. Curie / M. Curie · 1904: Rayleigh · 1905: Lenard · 1906: J.J. Thomson · 1907: Michelson · 1908: Lippmann · 1909: Marconi / Braun · 1910: van der Waals · 1911: Wien · 1912: Dalén · 1913 Kamerlingh Onnes · 1914: von Laue · 1915: W.L. Bragg / W.H. Bragg · 1916 · 1917: Barkla · 1918: Planck · 1919: Stark · 1920: Guillaume · 1921: Einstein · 1922: N. Bohr · 1923:Millikan · 1924 M. Siegbahn · 1925: Franck / Hertz
1926–1950:1926: Perrin · 1927: Compton / C.T.R. Wilson · 1928: O.W. Richardson · 1929: de Broglie · 1930: Raman · 1931 · 1932: Heisenberg · 1933: Schrödinger / Dirac · 1934 · 1935: Chadwick · 1936: Hess / C. Anderson · 1937: Davisson / G.P. Thomson · 1938: Fermi · 1939: Lawrence · 1940 · 1941 · 1942 · 1943: Stern · 1944: Rabi · 1945: Pauli · 1946: Bridgman · 1947: Appleton · 1948: Blackett · 1949: Yukawa · 1950: Powell ·
1951–1975:1951: Cockcroft / Walton · 1952: Bloch / Purcell · 1953: Zernike · 1954: Born / Bothe · 1955: Lamb / Kusch · 1956: Shockley / Bardeen / Brattain · 1957: Yang / T.D. Lee · 1958: Tsjerenkov / Frank / Tamm · 1959: Segrè / Chamberlain · 1960: Glaser · 1961: Hofstadter / Mössbauer · 1962: Landau · 1963: Wigner / Goeppert-Mayer / Jensen · 1964: Townes / Basov / Prokhorov · 1965: Tomonaga / Schwinger / Feynman · 1966: Kastler · 1967: Bethe · 1968: Alvarez · 1969: Gell-Mann · 1970: Alfvén / Néel · 1971: Gabor · 1972: Bardeen / Cooper / Schrieffer · 1973: Esaki / Giaever / Josephson · 1974: Ryle / Hewish · 1975: A. Bohr / Mottelson / Rainwater
1976–2000:1976: Richter / Ketterle / Ting · 1977: P. Anderson / Mott / van: Vleck · 1978: Kapitsa / Penzias / R.W. Wilson · 1979: Glashow / Salam / Weinberg · 1980: Cronin / Fitch · 1981: Bloembergen / Schawlow / K. Siegbahn · 1982: K.G. Wilson · 1983: Chandrasekhar / Fowler · 1984: Rubbia / van der Meer · 1985: von Klitzing · 1986: Ruska / Binnig / Rohrer · 1987: Bednorz / Müller · 1988: Lederman / Schwartz / Steinberger · 1989: Ramsey / Dehmelt / Paul · 1990: Friedman / Kendall / R. Taylor · 1991: de Gennes · 1992: Charpak · 1993: Hulse / J. Taylor · 1994: Brockhouse / Shull · 1995: Perl / Reines · 1996: D. Lee / Osheroff / R.C. Richardson · 1997: Chu / Cohen-Tannoudji / Phillips · 1998: Laughlin / Störmer / Tsui · 1999: 't Hooft / Veltman · 2000: Alferov / Kroemer / Kilby
2000–heden:2001: Cornell / Ketterle / Wieman · 2002: Davis / Koshiba / Giacconi · 2003: Abrikosov / Ginzburg / Leggett · 2004: Gross / Politzer / Wilczek · 2005: Glauber / Hall / Hänsch · 2006: Mather / Smoot · 2007: Fert / Grünberg · 2008: Nambu / Kobayashi / Maskawa · 2009: Kao / Boyle / Smith · 2010: Geim / Novoselov · 2011: Perlmutter / Schmidt / Riess · 2012: Haroche / Wineland · 2013: Englert / Higgs · 2014: Akasaki / Amano / Nakamura · 2015: Kajita / McDonald · 2016: Thouless / Haldane / Kosterlitz · 2017: Rainer Weiss / Barry C. Barish / Kip Thorne · 2018: Arthur Ashkin / Gérard Mourou / Donna Strickland · 2019: James Peebles / Michel Mayor / Didier Queloz
Zie de categorie Andre Geim van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.