Brian Josephson

Brian David Josephson (Cardiff, 4 januari 1940) is een Brits theoretisch natuurkundige die op 33-jarige leeftijd in 1973 met Leo Esaki en Ivar Giaever de Nobelprijs voor de Natuurkunde ontving voor zijn ontdekking van de Josephson-junctie.[1]

  Brian Josephson
4 januari 1940
Brian Josephson
GeboorteplaatsCardiff
NobelprijsNatuurkunde
Jaar1973
RedenVoor zijn theoretische voorspellingen van de eigenschappen van een supergeleidende stroom door een tunnelbarrière, met name die fenomenen die algemeen bekendstaan als de Josephson-effecten.
Gedeeld metLeo Esaki
Ivar Giaever
Voorganger(s)John Bardeen
Leon Cooper
Robert Schrieffer
Opvolger(s)Martin Ryle
Antony Hewish
Portaal    Natuurkunde

Biografie

Josephson is de zoon van Abraham en Mimi Weisbard Josephson. Na het afronden van de Cardiff High School begon hij in 1956 aan een studie natuurkunde aan het Trinity College van de universiteit van Cambridge. In 1960 behaalde hij zijn bachelor (B.A.) en in 1964 zijn master (M.A.). Hetzelfde jaar promoveerde hij ook.

Van 1956 tot 1966 was hij onderzoeksdocent aan de universiteit van Illinois. In 1967 keerde hij terug naar Cambridge, als assistent-directeur onderzoek aan het Cavendish Laboratorium. Vervolgens was hij van 1974 tot aan zijn emeritaat in 2007 hoogleraar theoretische natuurkunde aan het Trinity College.

In 1962, terwijl hij nog promovendus was, ontdekt hij het naar hem vernoemde Josephson-effect waarmee hij verklaarde hoe, zonder dat er een elektrisch potentiaalverschil wordt aangelegd, er een elektrische stroom kan lopen tussen twee supergeleiders zelfs wanneer ze gescheiden worden door een dunne isolator.[2] Als dat wel gebeurt, stopt de gelijkstroom en ontstaat er een hoogfrequente wisselstroom met een precies bepaalde frequentie gekarakteriseerd door de constante van Josephson (). Dit onderzoek leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van de Josephsonschakelaar, een extreem snelle elektronische schakelaar op moleculair niveau. Voor dit werk verkreeg hij in 1973 de helft van de Nobelprijs voor de Natuurkunde. De andere helft van de prijs ging naar Esaki en Giaever.

Eerder had hij verbeteringen aangebracht aan de theorie van het Mössbauereffect.

Josephson is een natuurkundige die zich openstelt voor de mogelijkheid van parapsychologische fenomenen.[3] Zijn motto luidt: nullius in veba ("Geloof niemand op zijn woord").

Koude kernfusie

Josephson steunt de bevindingen van Martin Fleischmann en Stanley Pons omtrent de ontdekking van koude kernfusie in 1989. Hoewel de meeste gerenommeerde onderzoekers in de daarop volgende jaren faalden om het werk van Fleischmann en Pons te reproduceren, claimt Josephson dat hij anderen kent dit het resultaat wel kunnen bevestigen, maar dat zogenaamde vooringenomen tijdschrifteditoren weigeren het bewijs hierover te publiceren.

Erkenning

1901–1925:1901: Röntgen · 1902: Lorentz / Zeeman · 1903: Becquerel / P. Curie / M. Curie · 1904: Rayleigh · 1905: Lenard · 1906: J.J. Thomson · 1907: Michelson · 1908: Lippmann · 1909: Marconi / Braun · 1910: van der Waals · 1911: Wien · 1912: Dalén · 1913 Kamerlingh Onnes · 1914: von Laue · 1915: W.L. Bragg / W.H. Bragg · 1916 · 1917: Barkla · 1918: Planck · 1919: Stark · 1920: Guillaume · 1921: Einstein · 1922: N. Bohr · 1923:Millikan · 1924 M. Siegbahn · 1925: Franck / Hertz
1926–1950:1926: Perrin · 1927: Compton / C.T.R. Wilson · 1928: O.W. Richardson · 1929: de Broglie · 1930: Raman · 1931 · 1932: Heisenberg · 1933: Schrödinger / Dirac · 1934 · 1935: Chadwick · 1936: Hess / C. Anderson · 1937: Davisson / G.P. Thomson · 1938: Fermi · 1939: Lawrence · 1940 · 1941 · 1942 · 1943: Stern · 1944: Rabi · 1945: Pauli · 1946: Bridgman · 1947: Appleton · 1948: Blackett · 1949: Yukawa · 1950: Powell ·
1951–1975:1951: Cockcroft / Walton · 1952: Bloch / Purcell · 1953: Zernike · 1954: Born / Bothe · 1955: Lamb / Kusch · 1956: Shockley / Bardeen / Brattain · 1957: Yang / T.D. Lee · 1958: Tsjerenkov / Frank / Tamm · 1959: Segrè / Chamberlain · 1960: Glaser · 1961: Hofstadter / Mössbauer · 1962: Landau · 1963: Wigner / Goeppert-Mayer / Jensen · 1964: Townes / Basov / Prokhorov · 1965: Tomonaga / Schwinger / Feynman · 1966: Kastler · 1967: Bethe · 1968: Alvarez · 1969: Gell-Mann · 1970: Alfvén / Néel · 1971: Gabor · 1972: Bardeen / Cooper / Schrieffer · 1973: Esaki / Giaever / Josephson · 1974: Ryle / Hewish · 1975: A. Bohr / Mottelson / Rainwater
1976–2000:1976: Richter / Ketterle / Ting · 1977: P. Anderson / Mott / van: Vleck · 1978: Kapitsa / Penzias / R.W. Wilson · 1979: Glashow / Salam / Weinberg · 1980: Cronin / Fitch · 1981: Bloembergen / Schawlow / K. Siegbahn · 1982: K.G. Wilson · 1983: Chandrasekhar / Fowler · 1984: Rubbia / van der Meer · 1985: von Klitzing · 1986: Ruska / Binnig / Rohrer · 1987: Bednorz / Müller · 1988: Lederman / Schwartz / Steinberger · 1989: Ramsey / Dehmelt / Paul · 1990: Friedman / Kendall / R. Taylor · 1991: de Gennes · 1992: Charpak · 1993: Hulse / J. Taylor · 1994: Brockhouse / Shull · 1995: Perl / Reines · 1996: D. Lee / Osheroff / R.C. Richardson · 1997: Chu / Cohen-Tannoudji / Phillips · 1998: Laughlin / Störmer / Tsui · 1999: 't Hooft / Veltman · 2000: Alferov / Kroemer / Kilby
2000–heden:2001: Cornell / Ketterle / Wieman · 2002: Davis / Koshiba / Giacconi · 2003: Abrikosov / Ginzburg / Leggett · 2004: Gross / Politzer / Wilczek · 2005: Glauber / Hall / Hänsch · 2006: Mather / Smoot · 2007: Fert / Grünberg · 2008: Nambu / Kobayashi / Maskawa · 2009: Kao / Boyle / Smith · 2010: Geim / Novoselov · 2011: Perlmutter / Schmidt / Riess · 2012: Haroche / Wineland · 2013: Englert / Higgs · 2014: Akasaki / Amano / Nakamura · 2015: Kajita / McDonald · 2016: Thouless / Haldane / Kosterlitz · 2017: Rainer Weiss / Barry C. Barish / Kip Thorne · 2018: Arthur Ashkin / Gérard Mourou / Donna Strickland · 2019: James Peebles / Michel Mayor / Didier Queloz
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.