Arno Allan Penzias

Arno Allan Penzias (München, 26 april 1933) is een Amerikaans natuurkundige en Nobelprijswinnaar.

  Arno Allan Penzias
26 april 1933
Arno Penzias (rechts) met Robert Wilson voor de antenne waarmee zij de kosmische achtergrondstraling ontdekten
GeboortelandVerenigde Staten
GeboorteplaatsMünchen
NobelprijsNatuurkunde
Jaar1978
Reden"Voor hun ontdekking van de kosmische achtergrondstraling met microgolflengte."
Samen metRobert Woodrow Wilson
Gedeeld metPjotr Kapitsa
Voorganger(s)Philip Anderson
Nevill Mott
John van Vleck
Opvolger(s)Sheldon Glashow
Abdus Salam
Steven Weinberg
Portaal    Natuurkunde

Biografie

Geboren in Duitsland als oudste zoon van Karl Penzias en Justine Eisenreich, vluchtte Arno Penzias – die van Pools-Joodse afkomst was – op zijn zesde naar Engeland. In 1940 verhuisde hij met zijn ouders naar de Verenigde Staten. In 1946 verkreeg hij de Amerikaanse nationaliteit en in 1962 behaalde hij aan de Columbia University zijn doctoraat.

In 1961 trad hij in dienst van Bell Telephone Laboratories in Holmdel (New Jersey), waar hij in 1976 werd benoemd tot directeur van het radio-onderzoekslaboratorium. Samen met Robert Woodrow Wilson werkte hij in 1964 aan een nieuw soort microgolfantenne toen zij op 1 juni 1965 een onverklaarbaar signaal opvingen dat gelijkmatig vanuit alle richtingen leek te komen. Na met hun grote buitenantenne verschillende mogelijke oorzaken voor dit verschijnsel te hebben onderzocht, waaronder zelfs duivenpoep op hun antenne, concludeerden ze dat het de door theorieën voorspelde kosmische achtergrondstraling betrof die een overblijfsel is van de oerknal (big bang).

Arno Penzias (2007)

Het bestaan van de achtergrondstraling was oorspronkelijk al voorspeld door George Gamow, Herman Bondi en Ralph Alpher in 1948, die berekenden dat de straling een perfect zwarte straler benaderde met een temperatuur van 5 kelvin. Vergelijkbare resultaten werden gedaan door Robert Dicke en James Peebles. In 1978 kregen Penzias en Wilson voor hun ontdekking van de kosmische achtergrondstraling de Nobelprijs voor Natuurkunde toegekend.

1901–1925:1901: Röntgen · 1902: Lorentz / Zeeman · 1903: Becquerel / P. Curie / M. Curie · 1904: Rayleigh · 1905: Lenard · 1906: J.J. Thomson · 1907: Michelson · 1908: Lippmann · 1909: Marconi / Braun · 1910: van der Waals · 1911: Wien · 1912: Dalén · 1913 Kamerlingh Onnes · 1914: von Laue · 1915: W.L. Bragg / W.H. Bragg · 1916 · 1917: Barkla · 1918: Planck · 1919: Stark · 1920: Guillaume · 1921: Einstein · 1922: N. Bohr · 1923:Millikan · 1924 M. Siegbahn · 1925: Franck / Hertz
1926–1950:1926: Perrin · 1927: Compton / C.T.R. Wilson · 1928: O.W. Richardson · 1929: de Broglie · 1930: Raman · 1931 · 1932: Heisenberg · 1933: Schrödinger / Dirac · 1934 · 1935: Chadwick · 1936: Hess / C. Anderson · 1937: Davisson / G.P. Thomson · 1938: Fermi · 1939: Lawrence · 1940 · 1941 · 1942 · 1943: Stern · 1944: Rabi · 1945: Pauli · 1946: Bridgman · 1947: Appleton · 1948: Blackett · 1949: Yukawa · 1950: Powell ·
1951–1975:1951: Cockcroft / Walton · 1952: Bloch / Purcell · 1953: Zernike · 1954: Born / Bothe · 1955: Lamb / Kusch · 1956: Shockley / Bardeen / Brattain · 1957: Yang / T.D. Lee · 1958: Tsjerenkov / Frank / Tamm · 1959: Segrè / Chamberlain · 1960: Glaser · 1961: Hofstadter / Mössbauer · 1962: Landau · 1963: Wigner / Goeppert-Mayer / Jensen · 1964: Townes / Basov / Prokhorov · 1965: Tomonaga / Schwinger / Feynman · 1966: Kastler · 1967: Bethe · 1968: Alvarez · 1969: Gell-Mann · 1970: Alfvén / Néel · 1971: Gabor · 1972: Bardeen / Cooper / Schrieffer · 1973: Esaki / Giaever / Josephson · 1974: Ryle / Hewish · 1975: A. Bohr / Mottelson / Rainwater
1976–2000:1976: Richter / Ketterle / Ting · 1977: P. Anderson / Mott / van: Vleck · 1978: Kapitsa / Penzias / R.W. Wilson · 1979: Glashow / Salam / Weinberg · 1980: Cronin / Fitch · 1981: Bloembergen / Schawlow / K. Siegbahn · 1982: K.G. Wilson · 1983: Chandrasekhar / Fowler · 1984: Rubbia / van der Meer · 1985: von Klitzing · 1986: Ruska / Binnig / Rohrer · 1987: Bednorz / Müller · 1988: Lederman / Schwartz / Steinberger · 1989: Ramsey / Dehmelt / Paul · 1990: Friedman / Kendall / R. Taylor · 1991: de Gennes · 1992: Charpak · 1993: Hulse / J. Taylor · 1994: Brockhouse / Shull · 1995: Perl / Reines · 1996: D. Lee / Osheroff / R.C. Richardson · 1997: Chu / Cohen-Tannoudji / Phillips · 1998: Laughlin / Störmer / Tsui · 1999: 't Hooft / Veltman · 2000: Alferov / Kroemer / Kilby
2000–heden:2001: Cornell / Ketterle / Wieman · 2002: Davis / Koshiba / Giacconi · 2003: Abrikosov / Ginzburg / Leggett · 2004: Gross / Politzer / Wilczek · 2005: Glauber / Hall / Hänsch · 2006: Mather / Smoot · 2007: Fert / Grünberg · 2008: Nambu / Kobayashi / Maskawa · 2009: Kao / Boyle / Smith · 2010: Geim / Novoselov · 2011: Perlmutter / Schmidt / Riess · 2012: Haroche / Wineland · 2013: Englert / Higgs · 2014: Akasaki / Amano / Nakamura · 2015: Kajita / McDonald · 2016: Thouless / Haldane / Kosterlitz · 2017: Rainer Weiss / Barry C. Barish / Kip Thorne · 2018: Arthur Ashkin / Gérard Mourou / Donna Strickland · 2019: James Peebles / Michel Mayor / Didier Queloz
Zie de categorie Arno Penzias van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.