Aardbei

Aardbei (Fragaria) is een geslacht van bloeiende planten uit de rozenfamilie (Rosaceae), vooral bekend om zijn eetbare vruchten. Botanisch gezien is de aardbei een schijnvrucht. Er zijn meer dan twintig soorten en van de geteelde aardbei zijn er vele honderden rassen.

Aardbei
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht
Fragaria
L. (1753)
Afbeeldingen Aardbei op Wikimedia Commons
Aardbei op Wikispecies
Portaal    Biologie

Geschiedenis

In de bronstijd werd de aardbei al door mensen gebruikt, maar pas vanaf de 14e eeuw werden aardbeiplanten vanuit het wild in tuinen aangeplant. In die tijd werden ze vooral gebruikt als sierplant en voor medicinaal gebruik. De vrucht was klein en de planten waren niet erg productief. De aardbei zoals wij die kennen is ongeveer 200 jaar oud. In de 17e en 18e eeuw zijn uit de beide Amerika's de octoploïde soorten Fragaria virginiana (Noord-Amerika) en Fragaria chiloensis (Zuid-Amerika) ingevoerd. In 1766 werd de aardbei voor het eerst uitvoerig beschreven door Antoine Nicolas Duchesne en gaf hij aan zijn beschreven soort de Latijnse naam Fragaria ananassa. Deze soort had echter ook veel kenmerken van de ingevoerde soorten. De in Europa inheems voorkomende soorten zijn of diploïd (2n=2x=14) of hexaploïd (2n=6x=42), terwijl de geteelde soort octoploïd (2n=8x=56) is. Daarom wordt aangenomen dat de in Europa geteelde aardbei een hybride is van Fragaria virginiana en Fragaria chiloensis en is de goede soortnaam Fragaria ×ananassa. Later zijn ook kruisingen gemaakt met de octoploïde soort Fragaria ovalis. In Californië werden vooral aardbeien geteeld met een zeer harde vrucht, vergelijkbaar met een appel. De in Europa geteelde vruchten waren daarentegen zacht. Kruisingen tussen deze twee typen aardbeirassen hebben de tegenwoordige, stevige rassen opgeleverd, die hierdoor goed verhandeld en over grote afstanden getransporteerd kunnen worden.

In Nederland en België komen de diploïde Bosaardbei (Fragaria vesca) en de zeldzame hexaploïde Grote bosaardbei (Fragaria moschata) in het wild voor.

Algemeen

De botanische naam Fragaria komt van het Latijnse woord 'fraga' dat aardbeitje betekent. In de symboliek staat de aardbei voor kortstondig genot. Op veel oude schilderijen is daarom de aardbei afgebeeld om kortstondig genot te symboliseren. In Nederland komen zowel de cultuur- als de bosaardbei voor. Een andere benaming in de reclame voor de aardbei is 'zomerkoninkje'.

Lengtedoorsnede van de vlezige bloembodem van een aardbei
Aardbeienras met witte schijnvruchten (en rode vruchten)
Aardbeienras 'Mieze Schindler' heeft kruisbestuiving nodig om vruchten te vormen.
Aardbeienras 'Karina'
Teelt onder plastic tunnels in Israël
Aardbei-uitlopers
Aardbeiplant in het vroege voorjaar
Teelt onder plastic tunnels in Macedonië

De meeste aardbeienrassen zijn zelffertiel, waardoor geen kruisbestuiving nodig is. Een goede bestuiving door wind en/of insecten (bijen en hommels) is echter noodzakelijk voor het verkrijgen van goedgevormde, volledig uitgegroeide vruchten. Bij de doordragende rassen heeft gedurende de gehele zomer bloemaanleg, bloei en vruchtzetting plaats. Bij sommige rassen kan de bloemaanleg in een erg warme zomer meer of minder stagneren. Bij deze rijkbloeiende rassen worden van iedere bloeiwijze meestal slechts de eerste drie tot vijf vruchten geoogst. Daarna wordt de bloemstengel met hieraan nog onrijpe vruchten verwijderd om de vruchtgrootte op peil te houden. Voor een goede vruchtzetting is een goede bestuiving van belang.

Een ras dat kruisbestuiving met een ander ras nodig heeft is 'Mieze Schindler'.

De rijpe rode, oranje-rode of soms ook witte vrucht is de opgezwollen bloembodem met daarbovenop zaadjes (dopvruchtjes). Het is dus een zogenaamde schijnvrucht.

Consumptie

Verse aardbeien hebben een hoog vitamine C-gehalte: 64 mg per 100 g. Verse aardbeien kunnen - vooral bij kinderen - bij consumptie allergische reacties zoals netelroos uitlokken.

Aardbeien worden veel gebruikt voor jam. In de industrie wordt hiervoor meestal diepvriespulp uit onder andere Polen gebruikt. Daarnaast wordt de aardbei vanwege zijn sterke aroma als smaakversterker gebruikt in onder andere yoghurt. Aardbeien bevatten per 100 gram ongeveer 6,5 gram koolhydraten.[1]

Teelt

Aardbeien worden in de volle grond, onder glas en onder plastic geteeld. Er zijn ongeveer 2000 ha vollegrondsaardbeien. Door vervroeging en verlating kunnen in de Benelux vanaf eind februari tot eind december, dus bijna het hele jaar door, aardbeien geoogst worden. Sommige kwekers proberen deze periode nog verder op te rekken tot jaarrond door onder andere gebruik te maken van verwarming in de winter en koeling in de zomer. Ook de toevoeging van extra CO2 komt de opbrengst ten goede.

Vermeerdering

Aardbeien kunnen vegetatief vermeerderd worden. De plant vormt uitlopers (stolonen) waaraan weer planten gevormd worden. Gezonde planten kunnen tot 10 uitlopers vormen. Voor de normale teelt in de vollegrond worden deze planten eind juli en begin augustus uitgepoot. Het daaropvolgende jaar kan dan van deze planten aardbeien geoogst worden. In de professionele teelt worden de planten na de oogst vernietigd en dan opnieuw gepoot. Het laten staan van de planten om het jaar daarop er weer van te oogsten heeft als nadeel dat de vruchten kleiner worden en door de bossige groei de vruchten sneller aangetast kunnen worden door vruchtrot.

Determinatie

Een sleutelrol bij de determinatie speelt het aantal chromosomen. Er zijn zeven basistypes chromosomen die de soorten allemaal gemeen hebben, maar ze verschillen in polyploïdie. Sommige soorten zijn diploïde (totaal 14 chromosomen), sommige tetraploïde (totaal 28 chromosomen), sommige hexaploïde (42 chromosomen), sommige octoploïde (56 chromosomen) en sommige decaploïde (70 chromosomen).

Rassen

Het meest geteelde ras in België en Nederland is Elsanta met de dochter Sonata. Enkele rassen zijn Korona, Vima Zanta, Lambada en Elianny. Het allervroegste ras is Karina, maar dit geeft weinig vruchten.

Doordragende rassen zijn onder andere Prize, Harmony, voorheen bekend als P061103V, Malling Pearl, AVA, Rapella, Evita, Everest, Vima Rina, Selva, Koning Kim, Everglade en Ostara.

Ziekten, plagen en beschadigingen

Vruchtrot (Botrytis cinerea) is een van de belangrijkste ziekten. Tijdens de bloei treedt al besmetting op, die pas bij de rijping van de vrucht zichtbaar wordt. Ook bodemschimmels als verwelkingsziekte (Verticillium albo-atrum, Verticillium dahliae), roodwortelrot (Phytophthora fragariae var. fragariae) en stengelbasisrot (Phytophthora cactorum) komen veel voor. De bladeren en ook vruchten kunnen worden aangetast door meeldauw (Sphaerotheca aphani). Ook kan rode-vlekkenziekte (Diplocarpon earlianum), paarsrode vlekken op bladeren en bladstelen en witte-vlekkenziekte (Mycosphaerella fragariae) optreden. De witte-vlekkenziekte veroorzaakt grijswitte tot witte vlekjes omgeven door een paarsrode rand.

Daarnaast kunnen kevers schade toebrengen, zoals de aardbeistengelsteker, de aardbeibloesemsteker en de aardbeiloopkever. De aardbeistengelstekers steken de bladeren en bloemtrossen van de plant af, zodat deze verwelken. De aardbeiloopkever vreet 's nachts de gele zaadjes uit de dopvruchtjes van de aardbei op. Ook muizen eten de gele zaadjes. Slakken veroorzaken eveneens vaak schade aan de plantjes of de vruchten. In sommige gevallen eten ze zelfs de hele oogst op. Vaak worden (kleinere) aardbeienbedden daarom voorzien van een "muurtje" van kleine, scherpe steentjes of geplette schelpen, dit omdat een slak niet graag over scherpe randjes glijdt.

Trips, spint en luis zijn nog drie bedreigingen voor de aardbeiteelt. In de professionele aardbeienteelt gaat men de gewassen beschermen met een geïntegreerde aanpak: een combinatie van biologische bestrijdingsmiddelen en chemische middelen. Men gaat vaak preventief deze plagen aanpakken omdat de reactietijd vaak veel te kort is om effectief een aanval te bestrijden.[2]

Sinds 2013 waarschuwen teeltbegeleiders voor de Suzuki's fruitvlieg (Drosophila suzukii), die erg schadelijk is voor het zacht fruit. Om deze te bestrijden plaatst men monitoringsvallen. Bij vaststelling dat de vlieg op het kweekbed voorkomt, kan een professionele teler het biologische middel Tracer gebruiken. De werkzame stof spinosad is een bodembacterie die ook in de natuur voorkomt. Dit middel is ook effectief in de bestrijding van trips, rups en koolvlieg.[3]

Zie ook

Zie de categorie Fragaria van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.