zonder
Nederlands
Woordafbreking
- zon·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
|
|
Voorzetsel
- in afwezigheid van.
- We gaan zonder Jan, ik film zonder hulpmiddelen, zonder twijfel.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zonderen |
zonder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonderen
- Ik zonder.
- gebiedende wijs van zonderen
- Zonder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zonderen
- Zonder je?
Gangbaarheid
- Het woord zonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zonder' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.