bijzonder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijzonder    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /biˈzɔndər/
    • (Vlaanderen, Brabant): /biˈzɔndər/
    • (Limburg): /bɛɪˈzɔndər/[1]
Woordafbreking
  • bij·zon·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘speciaal, opmerkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1260 [2]
  • afgeleid van zonder met het voorvoegsel be- [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bijzonderbijzonderderbijzonderst
verbogen bijzonderebijzonderderebijzonderste
partitief bijzondersbijzonderders-

Bijvoeglijk naamwoord

bijzonder

  1. een hoogst eigenaardige kwaliteit of eigenschap hebbend
    • Het is heel bijzonder om 's-avonds om 10 uur nog te werken aan het WikiWoordenboek. 
  1. bijzonder onderwijs (Nederland): school die niet door de overheid is opgericht
    • De jezuïeten hebben veel bijzondere scholen opgericht. 
  1. bijzonder onderwijs (België): scholen voor kinderen die normaal onderwijs niet kunnen volgen
    • In Nederland noemen we bijzonder onderwijs speciaal onderwijs. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijzonder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Het Uitspraakwoordenboek van Josée Heemskerk en Wim Zonneveld (Het Spectrum, 2000, ISBN 90 274 4482X) geeft voor dit en de andere woorden geen vermelding van een afwijkende uitspraakvariant bij de standaardtaalsprekers in Nederlands-Limburg. Het Uitspraakwoordenboek geeft /biˈzɔndər/ op als de enige juiste uitspraak.
  2. "bijzonder" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  3. bijzonder op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.