ziekenwagen
Nederlands
Woordafbreking
- zie·ken·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zieke zn en wagen zn met het invoegsel -n-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekenwagen | ziekenwagens |
verkleinwoord | ziekenwagentje | ziekenwagentjes |
Zelfstandig naamwoord
ziekenwagen m
- (verkeer), (medisch) een voertuig ingericht voor het vervoer van patiënten, gewoonlijk naar een ziekenhuis toe
- Er stond een ziekenwagen voor de deur bij de buren; er zal toch niets gebeurd zijn?
Vertalingen
1. een voertuig ingericht voor het vervoer van patiënten, gewoonlijk naar een ziekenhuis toe
Gangbaarheid
- Het woord ziekenwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ziekenwagen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.