zieke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zieke    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzikə/
Woordafbreking
  • zie·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van ziek met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord zieke zieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zieke v/m

  1. iemand die ziek is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

zieke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ziek

Gangbaarheid

  • Het woord zieke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.