zeshonderdeen
Nederlands
0 | 6 | 0 | 1 |
zeshonderdeen,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- zes·hon·derd·een
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeshonderd ht en een ht
Hoofdtelwoord
zeshonderdeen
- "601", het getal tussen zeshonderd en zeshonderdtwee, zeshonderd plus een
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen zeshonderdeen euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdeen van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- zeshonderdeerste
hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdeen" ht als linkerdeel
- zeshonderdeenduizend
Vertalingen
1. het getal 601
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeshonderdeen | zeshonderdeens |
verkleinwoord | zeshonderdeentje | zeshonderdeentjes |
Zelfstandig naamwoord
zeshonderdeen v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 601 is aangeduid
- Als jij zeshonderdeen opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
zeshonderdeen mv
- groep van 601 eenheden
- Die zeshonderdeen kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord zeshonderdeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.