zeshonderdeneen

• Geluid:  zeshonderdeneen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈen /

• zes·hon·derd·en·een

• samenstellende samenstelling van  zeshonderd ht,   en vw  en  een ht 

zeshonderdeneen

1. "601", langere vorm van zeshonderdeen, zeshonderd plus een
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De inzameling heeft zeshonderdeneen euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdeneen. 

• zeshonderdeen (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1][2]

rangtelwoord

• zeshonderdeneerste

hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdeneen" ht als linkerdeel

• zeshonderdeneenduizend

• Het woord zeshonderdeneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.