zegsvrouw

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zegs·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zegsvrouw zegsvrouwen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zegsvrouw v

  1. (beroep) een vrouwspersoon die in naam van een organisatie het woord voert
    • De zegsvrouw heeft daarover tijdens de persconferentie geen commentaar willen geven. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zegsvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.