welgevallen
Nederlands
Woordafbreking
- wel·ge·val·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘goeddunken’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- voor het eerst 1573 [2]
- samenstelling van wel bw en gevallen ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | welgevallen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
welgevallen o [3]
- naar iemands welgevallen: zoals iemand het verkiest, zoals iemand het wil, zoals iemand het goedvindt
- Dat een vrouw of een appel of een paleis (Kants voorbeeld) mooi was, kon alleen worden vastgesteld als er sprake was van een ‘zuiver belangeloos welgevallen’, dat zich alleen op de vorm richtte, niet op de inhoud.[4]
Werkwoord
welgevallen [5]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
welgevallen |
||
onvolledig |
- iets laten welgevallen: iets (op een passieve manier) goedkeuren of toelaten
- Een blond meisje wordt uit het publiek geplukt om bij binnenkomst van de presentator hem op commando te bespringen en te zoenen. Ze laat het zich, gegeneerd, allemaal welgevallen.[6]
- De illusie is gecreëerd dat wij als mensen het klimaat kunnen sturen. Het feit dat b.v. veengebieden in Friesland en Drenthe grote hoeveelheden CO2 uit stoten, geeft alleen al aan dat dit 1 grote farce is. De onnozele burger laat zich dit alles weer welgevallen en betaalt via milieuheffingen, energiebelasting etc. weer vrolijk mee aan deze poppen kast.[7]
Gangbaarheid
- Het woord welgevallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'welgevallen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "welgevallen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- welgevallen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Arnold Heumakers 27 november 2009
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf RENÉ STEENHORST 11 dec. 2017
- de Telegraaf 09 nov. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.