genoegen
Nederlands
Woordafbreking
- ge·noe·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voldoening’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1393 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genoegen | genoegens |
verkleinwoord | genoegentje | genoegentjes |
Zelfstandig naamwoord
genoegen o
- iets waar men plezier aan beleeft
- Het was een waar genoegen deze oude vrienden weer eens te ontmoeten.
Vertalingen
1. iets waar men plezier aan beleeft
|
|
Gangbaarheid
- Het woord genoegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'genoegen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.