waarschuwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·schu·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
waarschuwen
waarschuwde
gewaarschuwd
zwak -d volledig

Werkwoord

waarschuwen [3]

  1. overgankelijk iemand verwittigen dat er mogelijke gevaren, problemen of gevolgen zijn
    • Hij werd gewaarschuwd dat vandalisme niet getolereerd zou worden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waarschuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.