waarschuwen
Nederlands
Woordafbreking
- waar·schu·wen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘op gevaar opmerkzaam maken’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- samenstelling van waar en schuwen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
waarschuwen |
waarschuwde |
gewaarschuwd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
waarschuwen [3]
- overgankelijk iemand verwittigen dat er mogelijke gevaren, problemen of gevolgen zijn
- Hij werd gewaarschuwd dat vandalisme niet getolereerd zou worden.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iemand verwittigen dat er mogelijke gevaren, problemen of gevolgen zijn
Gangbaarheid
- Het woord waarschuwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waarschuwen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.