vermanen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ma·nen
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands vermanen; op te vatten als afgeleid van manen met het voorvoegsel ver- [1]
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
vermaan | vermanend |
vermaning | |
vermanen |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermanen |
vermaande |
vermaand |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vermanen
- overgankelijk toespreken om gedrag te beïnvloeden, moreel aanspreken op gedrag
Gangbaarheid
- Het woord vermanen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vermanen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Middelnederlands
Werkwoord
vermanen
- onovergankelijk onder de aandacht brengen of eisen van (met een voorwerp in de genitief)
- overgankelijk toespreken om gedrag te beïnvloeden, moreel aanspreken op gedrag
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.