waarschijnlijk
Nederlands
Woordafbreking
- waar·schijn·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord en bijvoeglijk naamwoord: denkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1540 [1]
- Samenstellende afleiding van waar en schijn met het achtervoegsel -lijk of samenstelling van waar en schijnlijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | waarschijnlijk | waarschijnlijker | waarschijnlijkst |
verbogen | waarschijnlijke | waarschijnlijkere | waarschijnlijkste |
partitief | waarschijnlijks | waarschijnlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
waarschijnlijk
- aannemelijk, iets dat vermoedelijk zo is
- Dit is de waarschijnlijke oorzaak van zijn overmatige alcoholgebruik.
- een aanzienlijke kans bezittend
- Getuige zijn verrichtingen op het tentamen is het niet erg waarschijnlijk dat hij dit jaar zal afstuderen.
Vertalingen
1. aannemelijk, iets dat vermoedelijk zo is
|
Bijwoord
waarschijnlijk
- aannemelijk, iets dat vermoedelijk zo is
- Hij had waarschijnlijk te veel alcohol gedronken.
- een aanzienlijke kans bezittend
Vertalingen
1. aannemelijk, iets dat vermoedelijk zo is
|
|
Gangbaarheid
- Het woord waarschijnlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waarschijnlijk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.