acceptabel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·cep·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aannemelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1720 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen acceptabelacceptabeleracceptabelst
verbogen acceptabeleacceptabelereacceptabelste
partitief acceptabelsacceptabelers-

Bijvoeglijk naamwoord

acceptabel

  1. aannemelijk
    • U geeft best een acceptabele verklaring voor de verdwenen 700 miljoen euro, maar of het nu de echte waarheid is wil ik toch verder laten onderzoeken. 
  1. aanvaardbaar
    • Het voorstel wat u doet is niet helemaal wat ik wil, maar ik kan er wel mee leven het is wel acceptabel. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord acceptabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.