perfect
Nederlands
Woordafbreking
- per·fect
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘volmaakt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1479 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | perfect | perfecter | perfectst |
verbogen | perfecte | perfectere | perfectste |
partitief | perfects | perfecters | - |
Vertalingen
1. zonder enig gebrek
Gangbaarheid
- Het woord perfect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'perfect' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
Woordafbreking
- per·fect
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.