perfect

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  perfect    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɛrˈfɛkt/
Woordafbreking
  • per·fect
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘volmaakt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1479 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen perfectperfecterperfectst
verbogen perfecteperfectereperfectste
partitief perfectsperfecters-

Bijvoeglijk naamwoord

perfect

  1. zonder enig gebrek
    • De perfecte man of vrouw bestaat niet. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord perfect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Woordafbreking
  • per·fect

Bijvoeglijk naamwoord

perfect

  1. perfect, volmaakt.
  2. (taalkunde) voltooid
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.