volmaakt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volmaakt    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɔlˈmaːkt/
Woordafbreking
  • vol·maakt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van volmaken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen volmaaktvolmaaktervolmaaktst
verbogen volmaaktevolmaakterevolmaaktste
partitief volmaaktsvolmaakters-

Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord

volmaakt

  1. zonder enig gebrek
    • De volmaakte man of vrouw bestaat niet. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
volmaken

volmaakt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volmaken
    • ... dat jij volmaakt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volmaken
    • ... dat hij volmaakt. 
vervoeging van
volmaken

volmaakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volmaken
    • Jij volmaakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volmaken
    • Hij volmaakt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van volmaken
    • Volmaakt! 
  4. voltooid deelwoord van volmaken

Gangbaarheid

  • Het woord volmaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.