vertegenwoordiger
Nederlands
Woordafbreking
- ver·te·gen·woor·di·ger
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vertegenwoordigen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertegenwoordiger | vertegenwoordigers |
verkleinwoord | vertegenwoordigertje | vertegenwoordigertjes |
Zelfstandig naamwoord
vertegenwoordiger m
- (beroep) iemand die de plaats van een ander inneemt
- De vertegenwoordiger van de firma versprak zich tijdens de persconferentie.
Hyponiemen
- alleenvertegenwoordiger, klassenvertegenwoordiger, studentenvertegenwoordiger, volksvertegenwoordiger
Vertalingen
1. iemand die de plaats van een ander inneemt
|
Gangbaarheid
- Het woord vertegenwoordiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vertegenwoordiger' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.