vertegenwoordigen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·te·gen·woor·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘handelen in naam van een ander’ voor het eerst aangetroffen in 1798 [1]
- Afgeleid van tegenwoordig met het voorvoegsel ver-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vertegenwoordigen |
vertegenwoordigde |
vertegenwoordigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vertegenwoordigen
- overgankelijk spreken of aanwezig zijn in naam van een groep of organisatie
- De prins vertegenwoordigde het Koninklijk Huis bij de begrafenis.
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord vertegenwoordigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vertegenwoordigen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.