Schwetzer

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Schwet·zer
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schwetzerder SchwetzerSchwetzerdie Schwetzer
datief me Schwetzerem SchwetzerSchwetzerde Schwetzer
accusatief en Schwetzerder SchwetzerSchwetzerdie Schwetzer

Zelfstandig naamwoord

Schwetzer, m

  1. redenaar, spreker
  1. «Es gebt viel Verkaafer, Entertainment, Schwetzer, un Myusick.»
    Er zijn veel verkopers, entertainment, sprekers en muziek.
Opmerkingen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.