vermoeden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·moe·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘veronderstellen’ voor het eerst aangetroffen in 1254 [1]
  • afgeleid van moed met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vermoeden vermoedens
verkleinwoord (vermoedentje) (vermoedentjes)

Zelfstandig naamwoord

vermoeden o

  1. een waarschijnlijke waarheid
    • Een vermoeden is een bewering waarvan men denkt dat deze waar is, zonder daarvan zeker te zijn. 
  1. een stelling zonder bewijs
    • In de wiskunde is een vermoeden een wiskundige uitspraak waarvan wiskundigen denken dat deze waar is, terwijl er nog geen sluitend bewijs voor gevonden is. 
Hyponiemen
  • nietsvermoeden, rechtsvermoeden, schuldvermoeden
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Een donkerbruin vermoeden hebben.

  • Het kan volgens de uitspreker ervan over een aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid beschikken.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vermoeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
vermoedenvermoedend
-vermoed
-vermoedelijk
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vermoeden
vermoedde
vermoed
zwak -d volledig

Werkwoord

vermoeden

  1. overgankelijk een gedachte koesteren waarvan men niet zeker is maar die een zekere waarschijnlijkheid inhoudt
    • Resistentie werd vermoed in ten minste een aantal gevallen. 
Synoniemen
Vertalingen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.