uitzetten
Nederlands
Woordafbreking
- uit·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en zetten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitzetten |
zette uit |
uitgezet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitzetten
- ergatief (natuurkunde) in volume toenemen
- Bij verhitting zetten de meeste materialen uit.
- overgankelijk iemand dwingen een gebied of gebouw te verlaten
- Hij werd zonder pardon de zaal uitgezet.
- overgankelijk het uitschakelen van een elektrisch toestel
- Ik heb het theelichtje uitgezet.
- bedenken en plannen van een actie
- Maar er lagen nogal wat versperringen en tijdens het rennen had hij naar rechts moeten uitwijken. In het begin had hij de lijn gevolgd die door de luitenant was uitgezet, maar met die fluitende kogels en granaten ga je uiteraard zigzaggen. [1]
Vertalingen
1. in volume toenemen
Gangbaarheid
- Het woord uitzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitzetten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.