uitschakelen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·scha·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en schakelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitschakelen |
schakelde uit |
uitgeschakeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitschakelen
- overgankelijk buiten competitie stellen
- Onze ploeg werd pas in de finale uitgeschakeld.
- overgankelijk door andere schakeling deactiveren
- Het toestel was al uitgeschakeld.
- ,,Twee keer per week moeten we het pretpark afsluiten, zegt Verkammen. ,,Dan moeten we verloren voorwerpen verzamelen, parkeerjetons uitdelen, de muziekinstallaties uitschakelen en de bezoekers het park uitloodsen. Voor rolstoelgebruikers kunnen de draaideuren wel eens gevaarlijk zijn. [1]
Vertalingen
2.door andere schakeling deactiveren
Gangbaarheid
- Het woord uitschakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitschakelen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- De Standaard 05 JULI 2006 (vgd) WIE WERKT ER. De controleurs aan de ingang van Bobbejaanland
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.