krimpen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krim·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zich samentrekken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
krimpen
kromp
gekrompen
klasse 3 volledig

Werkwoord

krimpen

  1. ergatief kleiner in omvang worden
    • De broek was in de was gekrompen en hij kreeg hem niet meer aan. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • aankrimpen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord krimpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.