uitspatten
Nederlands
Woordafbreking
- uit·spat·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en spatten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitspatten |
spatte uit |
uitgespat |
zwak -t | volledig |
Verwante begrippen
- aan de rol zijn, zwijnen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitspatten |
uitspatten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitspatten
- ...dat wij uitspatten.
- ...dat jullie uitspatten.
- ...dat zij uitspatten.
- ...dat wij uitspatten.
Gangbaarheid
- Het woord uitspatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.