brassen
Nederlands
Woordafbreking
- bras·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
brassen |
braste |
gebrast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
- onovergankelijk overmatig eten of drinken [7]
- (verouderd) bier brouwen [8]
- overgankelijk (scheepvaart) (de ra's, de zeilen) door middel van de brassen in de juiste positie brengen [9]
- (studententaal) volgens bepaalde regels stoeien binnen een studentenvereniging
- (studententaal) een erestrijd voeren met een andere vereniging, waarbij wordt gepoogd bepaalde vereniginsobjecten te stelen
Verwante begrippen
- aan de rol zijn, boemelen, uitspatten, zwijnen
Hyponiemen
- aanbrassen, afbrassen, bijbrassen, ombrassen, opbrassen, tegenbrassen, verbrassen
Gangbaarheid
- Het woord brassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'brassen' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "brassen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- brassen op website: Etymologiebank.nl
- brassen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.