uitspatting
Nederlands
Woordafbreking
- uit·spat·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van uitspatten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitspatting | uitspattingen |
verkleinwoord | uitspattinkje | uitspattinkjes |
Zelfstandig naamwoord
uitspatting v [1]
- het uitspatten, buitensporig gedrag waarbij men zich te buiten gaat
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uitspatting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitspatting' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.