uitpakken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitpakken (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈœʏtpɑkə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈœːtpɑkə(n)/
Woordafbreking
- uit·pak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit bw en pakken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitpakken |
pakte uit |
uitgepakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitpakken
- overgankelijk uit een verpakking halen
- Op deze foto zie je Kim op haar eerste verjaardag haar eerste cadeautje uitpakken, met een beetje hulp natuurlijk.
- overgankelijk uit een omhulsel halen
- De magazijnmedewerker pakte een doos met tomatensoep uit.
- ergatief een bepaalde uitkomst krijgen
- Dat is beter uitgepakt dan hij verwacht had.
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- (in België) met iets uitpakken
Vertalingen
1. uit een verpakking halen
2. uit een omhulsel halen
met iets uitpakken
|
Gangbaarheid
- Het woord uitpakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitpakken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.