aanname

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanname    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanɑmə/
Woordafbreking
  • aan·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanname aannamen, aannames
verkleinwoord aannametje aannametjes

Zelfstandig naamwoord

aanname v/m

  1. een veronderstelling
    • De aanname bleek onjuist te zijn. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanname staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.