toelopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toelopen
liep toe
toegelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

toelopen [1]

  1. onovergankelijk toeschieten, toesnellen, afgaan op, afkomen op, gaan naar
  2. onovergankelijk uitlopen, eindigen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

toelopen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toeloop

Gangbaarheid

  • Het woord toelopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.