toelopen
Nederlands
Woordafbreking
- toe·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toe en lopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toelopen |
liep toe |
toegelopen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
toelopen [1]
- onovergankelijk toeschieten, toesnellen, afgaan op, afkomen op, gaan naar
- onovergankelijk uitlopen, eindigen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord toelopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toelopen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.