toeloop

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·loop
enkelvoud meervoud
naamwoord toeloop -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

toeloop m [1]

  1. het naar iets toekomen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
toelopen

toeloop

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toelopen
    • ... dat ik toeloop. 

Gangbaarheid

  • Het woord toeloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.