entree
Nederlands
Woordafbreking
- en·tree
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘intrede, ingang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1467 [1]
- In de betekenis van ‘toegangsprijs’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | entree | entrees |
verkleinwoord | entreetje | entreetjes |
Zelfstandig naamwoord
entree v
- ingang van een gebouw
- De entree was links om de hoek van het gebouw.
- (maatschappij) entree betalen: het geldbedrag dat betaald moet worden om ergens binnen te mogen
Vertalingen
2. entree betalen: het geldbedrag dat betaald moet worden om ergens binnen te mogen
Gangbaarheid
- Het woord entree staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'entree' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.